Na nog
een paar heuveltrainingen met de hardloopgroep had ik definitief besloten om
mee te doen aan de halve marathon op 27 november. Het was inmiddels anderhalve week
voor de race en langzamerhand tijd om de spieren te laten rusten en
koolhydraten te gaan ´stapelen´ zoals de pro´s dat noemen. Met andere woorden
veel uitslapen en goed eten, geen probleem dus voor mij. Perfecte timing voor
een relaxed weekendje weg naar Devon, naar Michaels vader. Onderweg naar het
westen ontvingen we toevallig een voicemailbericht van hem of we eventueel ook
zaterdag konden komen, vanwege een onverwacht drukke klus in Exmoor waarvan hij
niet wist hoe laat hij terug kon zijn. Hij had het bericht al veel eerder ingesproken,
maar vanwege slecht bereik in de regio hadden we het niet ontvangen. Wat te
doen, omkeren? Of toch door? Zijn vader bleek ook geen bereik te hebben en
Michaels broer was al bijna in Devon, dus we besloten toch maar door te rijden.
Bij aankomst parkeerden we de auto en net op het moment dat we uit wilden
stappen begon het keihard te regenen. We besloten maar even in de auto te
wachten, maar de regen hield niet echt op en de kou ook niet. We gingen samen
met Michaels broer naar een pub in het dorp en ondertussen begon de zoektocht
naar zijn vader die nog steeds onbereikbaar was. Via via vonden we elkaar
uiteindelijk en hadden een gezellige avond in een net nieuw geopend restaurant.
We eindigden aan de bar van het restaurant met een paar gezellige locals, de
eigenaars van het restaurant en een verdwaalde Portugees, die dacht dat hij ook
Spaans sprak, maar de Spaanse schoondochter van de eigenaar kon er niet veel
wijs uit worden. De volgende ochtend regende het nog steeds, maar een bui hield
Michael en mij niet tegen voor een dagje uit naar de ‘seaside’ towns Lynton en
Lynmouth. We reden via Exmoor National Park en onderweg zagen we fazanten,
paarden en huh een sneeuwpop, de eerste sneeuw van het jaar! Een leuke
verrassing, maar met onze zomerbanden en de steile gladde wegen, werd het
ineens een avontuurlijk uitstapje. Het was het helemaal waard, Lynton was een
pittoresk dorpje dat buiten het toeristenseizoen zelfs een beetje uitgestorven
leek. Vanaf daar wandelden we via een steil kustpad naar het lager gelegen
Lynmouth.
Via de Glen Lyn Gorge waterval kwamen we uit bij de baai en
realiseerden ons ineens dat we er een paar jaar geleden al een keer met
Michaels vader waren geweest, typical! We eindigden de middag in een trendy
koffie café en reden via Simonsbath, wat een plaatsnaam, terug naar Bampton. ’s
Avonds gingen we weer met z’n allen uit eten terwijl het buiten non-stop
regende en storm Angus door het dorp raasde. De volgende ochtend hoorden we van
Michaels vader dat er om half vier ’s nachts door de gemeente een
waarschuwingsbericht was doorgebeld voor overstromingsgevaar in het dorp. Gelukkig
viel het achteraf mee, maar een aantal dorpelingen was wel druk bezig water weg
te pompen uit hun tuin. We reden met de auto naar een rivier net buiten het
dorp om het zelf te aanschouwen. We parkeerden bij de voormalige ´Black Cat´
benzinepomp, waarvan de eigenaar Fred, himself, bladeren weg aan het harken was
bij de brug van de rivier. De bomen die normaal gesproken naast de rivier
stonden, stonden nu voor de helft onderwater en de rivier stroomde met zo´n
kracht en kabaal, dat Fred moeilijk te verstaan was. Na de lunch reden we terug
naar Fordingbridge en terwijl ik de rest van de week in pre-half marathon
rustmodus bleef, ging Michael elke dag naar de lessen van de sportschool. Zondag
was het dan eindelijk de dag, mijn eerste halve marathon. Michael bracht mij
naar de school in Downton waar alle hardlopers zich moesten registreren. Behoorlijk
zenuwachtig stond ik mijn startnummer op te spelden en al snel waren de anderen
van de hardloopgroep er ook, sommigen zelfs helemaal verkleed met snor en pruik
of als kerstelfen, wat je wel vaker ziet bij hardloop evenementen in Groot-Brittannië.
Om tien uur liepen we van de school naar het startpunt, waar we nog wat met
elkaar stonden te praten en voor ik het wist klonk het startschot en waren we
vertrokken. De zenuwen verdwenen en samen met Gus en Sue rende ik in een rustig
tempo over vals plat richting het dorp Woodgreen. Na ongeveer vijf kilometer
kwam de eerste waterpost in zicht, die was zeker nodig want het volgende deel
ging heuvelop richting het dorp Hale. Terwijl een aantal deelnemers verrast
werd door de heuvels en ging wandelen, renden wij rustig omhoog. Langs de route
werden we aangemoedigd door The New Forest Ponies en de anderen van de
hardloopgroep. Na Hale kwam het vlakke deel richting Purlieu, ongemerkt
versnelde ik een beetje en gelukkig herinnerde Gus mij eraan om misschien toch
iets gas terug te nemen, want ik was nog niet op de helft. Een goeie tip, want
het was lastig de afstand in te schatten met bordjes langs de routes die mijlen
aanduidden. Bij mijl negen werd het inderdaad moeilijker, net op het moment dat
we aan het gedeelte om Castle Hill begonnen. We zagen de snelste renners al op
de weg terug rennen, maar de sfeer was zo gemoedelijk dat iedereen elkaar
aanmoedigde. Op naar de 10 mijl langs het huis van kapper Darren, waar hij en
Michaels moeder in de tuin stonden aan te moedigen, dat gaf een extra boost en
toen het 11 mijl bordje in zicht kwam, wist ik het zeker, dit gaat echt lukken!
Nog een waterpost en na drie kleine heuvels renden we Downton weer in, de
laatste bocht door en de finish kwam in zicht, geweldig! Eén van de vrijwilligers
op de route was verbaasd dat ik nog kon lachen na 13 mijl, ikzelf ook. Nog een
laatste sprint, bliep op de tijdmat en daar stond Michael bij de finish. I did
it, wat een geweldig gevoel! Met de medaille om de nek liepen we met z´n allen
weer terug naar de school waar soep, brood en taart voor alle hardlopers
klaarstond. Daarna gingen we snel terug naar Fordingbridge waar een warm bad te
wachten stond. Dat was zeker nodig voor de spieren en vooral ook mijn knieën
die elke keer als ik de trap op liep protesteerden, no more hills! Oh jee, was
dit het begin van runnersknees? Maar volgens Michael hoefde ik daar niet bang
voor te zijn het waren gewoon OPK’s...old people knees...
donderdag 8 december 2016
maandag 14 november 2016
Coffee and cake al fresco
Welcome
back, what a surprise! zeiden ze bij de sportclub van Downton toen we ons een
paar weken geleden weer inschreven. Wij waren ook blij om iedereen weer te zien
en vooral verrast door een nieuwe trainer voor het maandagochtend circuit die
je met een grote lach de zwaarste oefeningen liet doen, die je ook de rest van
de week niet zou vergeten. Maar aan het eind van de week was ik gelukkig weer
klaar voor een sessie met de hardloopgroep en ik werd meteen uitgenodigd om mee
te doen aan de halve marathon van Downton...eind november...ik zei ´eh well,
well, daar moet ik nog even over nadenken, eerst maar eens een heuvel op en af
rennen na wekenlang vlak terrein rennen. De rest van de groep was al ‘heuvelproof’,
een aantal had zelfs een paar weken geleden een marathon gedaan! En om dat te
vieren werden we op een zondagmiddag uitgenodigd voor een party bij Bob en Jan.
En het was inderdaad een party! Niks geen koffie en taart zoals we dat in
Nederland meestal gewend zijn, maar hup aan de borrel. Het was ook leuk om een
keer wat langere gesprekken te kunnen voeren dan hijgend en puffend tijdens het
hardlopen. Na een gezellige middag reden we weer terug naar Fordingbridge.
Onderweg zagen we tuinen verlicht met uitgesneden pompoenen, want het was halloween.
Nu de wintertijd was ingegaan, merkten we ook dat het eindelijk echt koud werd,
zeker toen ik vorige week zaterdagochtend op de parkeerplaats van Castle Hill
viewpoint in het bos stond.
Een geweldig uitkijkpunt, waar we met de hardloopgroep verzamelden voor een ‘verkenningsrun’ van een gedeelte van het ‘Downton Half’ parcours. Na een pittige heuveltraining van anderhalf uur kwamen we terug bij de parkeerplaats waar een stel van de groep een complete picknick had klaargezet met kleedjes, tafels, stoelen, warme koffie en heerlijke homemade taart en flapjacks, wauw! Haha, men deed er echt alles aan om de groep over te halen...Ik had trouwens nog nooit van flapjacks gehoord, maar in Groot-Brittannië gebruiken ze de naam al sinds de 17e eeuw. Het is een traditionele soort van mueslireep die gebakken wordt van boter, suiker en havermout, dat is weer eens wat anders dan biscuits in de tea dopen.
Een geweldig uitkijkpunt, waar we met de hardloopgroep verzamelden voor een ‘verkenningsrun’ van een gedeelte van het ‘Downton Half’ parcours. Na een pittige heuveltraining van anderhalf uur kwamen we terug bij de parkeerplaats waar een stel van de groep een complete picknick had klaargezet met kleedjes, tafels, stoelen, warme koffie en heerlijke homemade taart en flapjacks, wauw! Haha, men deed er echt alles aan om de groep over te halen...Ik had trouwens nog nooit van flapjacks gehoord, maar in Groot-Brittannië gebruiken ze de naam al sinds de 17e eeuw. Het is een traditionele soort van mueslireep die gebakken wordt van boter, suiker en havermout, dat is weer eens wat anders dan biscuits in de tea dopen.
zaterdag 22 oktober 2016
Sloes and Rainbows
Zaterdag
1 oktober, de rode loper was uitgerold in het centrum van Drachten, nee niet
voor ons, maar in het kader van het fashion evenement ´Drachten in Stijl´. Woorden
die je nou niet zo één, twee, drie in dezelfde slogan zou verwachten, maar door
de rode loper voelden we ons wel heel welkom. Nog voordat de show was begonnen
waren wij alweer uit het centrum vertrokken, maar de volgende ochtend maakte
Michael zijn ‘red carpet’ entree op de trimbaan, letterlijk, want het ding was
daar blijkbaar na de show in de modder gedumpt, jammer, want hij had zeker een
glamorous onthaal verdiend na zijn eerste keer 10 km hardlopen! Ondertussen
stonden Corrine en ik op de atletiekbaan klaar voor de start voor de Evink 10
km run. Net op dat moment begon het wat te regenen, maar misschien konden we
wel tussen de buien door rennen. Na het startschot probeerde ik snel een eigen
plekje te veroveren, want ik was van plan om een nieuw persoonlijk record te
rennen. De gedachten die zoal door je hoofd gaan tijdens zo’n run: “niet te
snel van start, niet struikelen, kan degene die achter me loopt me niet gewoon
inhalen of meer afstand nemen, focus op dat gele fluoriserende shirt voor je,
normaal gesproken ren ik deze route zonder de hele meute, ah daar is het
waterstation, kuch kuch rennen en drinken uit een plastic bekertje gaan niet
samen, gele shirt is niet meer bij te houden, ah daar gaat een oranje shirt in
mijn tempo, dit gaat goed, halverwege, let op de voeten, daar is de tunnel
onder de A7, ah wat een leuke verrassing mijn vader die staat aan te moedigen
met fototoestel, een echte papa razzi, de bocht naar de atletiekbaan komt in
zicht, eindsprint of niet, mama razzi staat bij de laatste meters aan te
moedigen, dat geeft een extra boost en dan...de finish! en daar is dan een
nieuw persoonlijk record en Michael. Met z’n allen wachtten we op Corrine die ook
al gauw door de laatste bocht rent, opweg naar een persoonlijk record en daarmee haar
eerste officiële run een feit maakt, well done! De dagen daarna deden we lekker
rustig aan, maar voor de afwisseling ging ik een keer banen zwemmen in het
zwembad waar ik jarenlang clublid was. Aan de buitenkant was er veel veranderd,
maar aan de binnenkant was bijna alles nog hetzelfde. Mijn zwemstijl was niet
veel veranderd...in het begin waren er negen mensen in de baan en aan het einde
nog vier, blijkbaar houdt niet iedereen van een golfslagbad...De rest van de
week fietsten we nog een paar keer naar het centrum heen en weer en na deze
‘destructed triathlon week’ vertrokken we op donderdagavond weer naar Engeland.
Je kon wel merken dat de zomervakanties allang weer achter de rug waren, want
het was rustiger op de boot. Helaas was de gedeeltelijke snelweg afsluiting op
de route van Dover naar Southampton, waar we de vorige keer mee te maken hadden,
nog niet opgelost. Dit lieten we ons natuurlijk geen tweede keer overkomen,
Michael bedacht zich geen moment en nam de afslag naar Portsmouth om zo via de
kust naar Southampton en The New Forest te rijden. Onderweg stopten we nog bij
een service station en toen we uit de auto stapten merkten we dat het iets
minder koud was dan in Nederland, warm herfstweer. Daarom gingen we afgelopen
zondag wandelen in The New Forest, maar niet alleen om te wandelen, we waren ook
op ‘sloe hunt’. Ik had er eigenlijk nog nooit van gehoord, maar kwam er al snel
achter dat dit een behoorlijk populaire bezigheid is in de regio. Na een paar
stappen in The New Forest te hebben gezet kwamen we een vrouw tegen die
duidelijk ook ‘op zoek’ was en graag van ons wilde weten waar je ze kon vinden.
Michael had wel een idee, maar dat hield wel in dat we ons door een enorme
waterplas moesten huppen en zo schakelden we de ‘competitie’ meteen uit. En
daar stonden we dan oog in oog met de jeneverbes boom. Ik was nog niet helemaal
overtuigd van het idee om zo in het wild bessen te plukken die ik nog nooit
geplukt had. Maar van voorbijgangers begrepen we meteen dat we bij de juiste
bomen stonden te plukken met opmerkingen als: ‘ah looking for sloe gin hey?” de
plastic tas vulde snel en net toen we onder de bomen vandaan liepen begon het
te regenen, maar al snel kwam de zon er ook weer bij en zagen we prachtige
regenbogen.
Michael dacht zeker dat zijn wandelschoenen waterdicht waren, want voor ik het wist liep hij door het water naar de andere kant van een grote plas en leerde wat het woord ‘kletspoot’ betekende, ik riep nog triomfantelijk dat ik altijd eerst om me heen keek voordat ik een stap zette, dat had ik beter niet kunnen doen, want net voordat we weer bij de auto waren zakte mijn voet diep weg in de modder, grrr. Hopelijk was het, het bessenplukken waard en dat de sloe gin niet lang op zich laat wachten.
Michael dacht zeker dat zijn wandelschoenen waterdicht waren, want voor ik het wist liep hij door het water naar de andere kant van een grote plas en leerde wat het woord ‘kletspoot’ betekende, ik riep nog triomfantelijk dat ik altijd eerst om me heen keek voordat ik een stap zette, dat had ik beter niet kunnen doen, want net voordat we weer bij de auto waren zakte mijn voet diep weg in de modder, grrr. Hopelijk was het, het bessenplukken waard en dat de sloe gin niet lang op zich laat wachten.
vrijdag 30 september 2016
Metal, Schoemrakkers en Juttersbitter
Het weekend na het Hoge Veluwe
fietsen was het tijd voor alweer het laatste muziekfestival van het seizoen,
Baroeg Open Air in Rotterdam, ook wel bekend als het hardste gratis festival,
dat beloofde wat! Dus op zaterdagochtend 10 september reden we richting het
westen. Ook al was het inmiddels herfst, het weer trok zich hier in ieder geval
niets van aan en de airco loeide op de hoogste stand. Even dachten we dat de
drukte op de ring van Rotterdam te maken had met het festival, maar al snel
kwamen we erachter dat dit kwam omdat een aantal afritten waren afgesloten in
verband met werkzaamheden. Na een detour over de Van Brienenoord brug, kwamen
we aan in de parkeergarage aan de rand van de stad. Van daaruit namen we de
metro naar het Zuiderpark. We hoefden ons niet af te vragen of we in de juiste
metro zaten, gewoon de stereotype langharige, zwartgeklede metalmeute volgen.
Op het festivalterrein hadden we Sander al snel gevonden en we werden met z’n
allen verwelkomd door de death metal deunen van de band Bodyfarm uit
Amersfoort, wat een binnenkomer zeg. Na dit eerste optreden zochten we een
plekje op het gras en genoten van het zonnige weer en het mensenkijken. De
vreemdste en interessantste kleding creaties liepen voorbij en de sfeer was
heel gemoedelijk. Ineens spotten we ook Karen en Edwin tussen de bezoekers en
de anderen van de groep schoven ook al snel aan, een gezellig weerzien. Terwijl
de vrouwen nog aan het bijpraten waren, stonden de mannen van de groep bij het
volgende optreden: Angel Witch. Toen ik uiteindelijk besloot om toch ook nog
even een kijkje in de tent te nemen, speelde de band al hun laatste nummer en
was het publiek al uit geheadbangd. We keerden terug naar de zon en het kleedje
en aan het begin van de avond gingen we via de drum ’n bass van Counterstrike
naar het optreden van Discharge, een mooie harde afsluiter zowel qua geluid als
snelheid waarop de nummers achterelkaar gespeeld werden, de zanger rende al
schreeuwend, zingend, van de ene kant van het podium naar de andere en na
veertig minuten was het voor Michael helemaal duidelijk, de zanger was ‘a very
angry man’. Moe maar voldaan reden we ’s avonds weer terug naar Friesland. Toen
we de volgende ochtend in de sportschool op de crosstrainer stonden was dat wel
even een omschakeling met de dag ervoor. We gingen van Bodyfarm naar het
farmbezoek van ‘the incredible doctor Pol’ (een reality serie op National
Geographic) die op de tv te zien was tijdens het sporten. Nog nooit had ik van
deze Drentse dierenarts in Amerika gehoord en nu was hij ineens overal, zelfs
op 17 september bij de manage in Drachten. Gelukkig gingen we toen op
verjaardagsvisite bij mijn broer, waar we gezellig tot in de late uurtjes
feestten!
De voordelen van niet werken zijn dat je dagen de tijd hebt om bij te
slapen én dat je spontaan op een woensdagmiddag samen met je moeder aan een 10
kilometer wandeltocht mee kan doen. Omdat het nog steeds mooi weer was, fietsten
we bij wijze van warming-up naar het startpunt bij De Veenhoop. Er waren
behoorlijk wat deelnemers, maar die verspreidden zich al snel over de paden. De
route ging door weilanden, over veeroosters, door hekjes en natuurgebieden waar
we naast vogels ook vreemde vogels zagen, een paar gepensioneerde wildplassers,
die werden opgeschrikt door de sliert wandelaars. Aan het eind van de route
dronken we een kop koffie op het terras van ‘It Polderhûs’ en voor de cooling-down
fietsten we via een andere route weer terug naar Drachten. De rest van de week
zaten we ook niet stil, we gingen nog even een paar keer naar de sportschool en
op zaterdagochtend renden we in en om Drachten, daarna waren we wel toe aan een
weekendje relaxen. Afgelopen zondagochtend reden we dus in alle vroegte naar
Harlingen om de boot naar Terschelling te nemen. Voor Michaels gevoel iets té
vroeg, niet omdat hij niet van vroeg opstaan houdt, maar meer omdat ik altijd,
heel Nederlands, overal op tijd wil zijn, wat er meestal op neerkomt dat we als
eersten op de plaats van bestemming aankomen...ook nu had hij natuurlijk weer
gelijk! Maar het goede nieuws was dat we nu vanaf de parkeerplaats niet de
pendelbus hoefden te nemen, maar alle tijd hadden om rustig naar de boot te
wandelen. We hadden een kaartje voor de ‘langzame’ boot, maar we kwamen toch
eerder in West-Terschelling aan dan verwacht, waarschijnlijk hadden we zee mee.We liepen langs de haven naar het hostel, maar we waren te vroeg om in te checken.
We besloten de bagage achter te laten en alvast een fiets te huren en te
genieten van het eiland. Ik vond het een gek idee om weer terug te zijn op het
eiland waar ik negentien jaar geleden een aantal maanden had gewerkt. In de
tussentijd was er natuurlijk wel het één en ander veranderd, maar de dorpjes
waar we langs fietsten niet; we fietsten langs Halfweg, Hee, Kaard, Baaiduinen,
Midsland, Landerum naar Formerum, waar nu zelfs een Jumbo supermarkt zit die
ook op zondag geopend is. Daar haalden we alles voor een picknick en fietsten
via het bungalowpark waar ik gewerkt had naar Oosterend, het laatste dorp van
het eiland. We dronken een biertje op het terras van eetcafé De Boschplaat en
tot mijn verbazing stonden zelfs de oude bordspelen daar nog steeds op de
boekenplank in het café, leuk! We lunchten in de duinen en besloten daarna nog
even door te fietsen naar het strand bij het Heartbreak Hotel. Heerlijk op zo’n
zomerse dag en zo in het naseizoen was er haast niemand op het strand. Aan het
eind van de middag fietsten we weer terug naar het hostel en we waren blij dat
we een mountainbike met veel versnellingen gehuurd hadden, want in de
tussentijd was de wind gedraaid en moesten we de hele terugweg tegen de wind in
rijden. Poeh, we dachten dat we een weekendje fitnessvrij waren, maar dat viel
vies tegen. Maar elke keer als we toeristen op een elektrische fiets inhaalden,
gaf dat wel weer een kick om door te gaan. Fitgefietst kwamen we bij het hostel
aan, maar dit keer waren we te laat om in te checken, de receptie was alweer
dicht! Gelukkig konden we bij de bar van het hostel terecht voor de keycard en
eindelijk stonden we dan in onze kamer. De kamer was behoorlijk spartaans
ingericht, maar was schoon en had alles wat we nodig hadden, zelfs bedlampjes
die me deden denken aan zo’n lamp boven een tandartsstoel! De volgende ochtend
ontbeten we in de ontbijtzaal van het hostel met een geweldig uitzicht op de
duinen en de zee. Een powerontbijt voor een nieuwe dag fietsen, dit keer door
de duinen naar West aan Zee. Na een tijdje daar op het strand te hebben gezeten
fietsten we verder naar Midsland aan Zee en belandden we uiteindelijk op een
terrasje in het gezellige centrum van Midsland.
Via de dijk langs de Waddenzee
fietsten we weer terug naar West-Terschelling. ’s Avonds aten we bij restaurant
het Raadhuis, een mooi gerenoveerd oud pand van het voormalige raadhuis met een
heerlijk menu en juttersbitter likeur als ‘after dinner’, een soort variant op
de zoete Malaga wijn, not bad! Het licht van de vuurtoren begeleidde ons terug
naar het hostel waar we nog even naar de hostelbar gingen. De barkeepster was
blij dat er eindelijk mensen in de bar zaten en tapte graag een biertje voor
ons. In het kader van het lokale producten proefavondje namen we een
Schoemrakker, een lekker afzakkertje! Ondertussen vertelde de barkeepster dat
het naseizoen ook wel weer zijn charme had, minder druk en de eilanders konden
haast niet wachten totdat ze weer met hun auto’s het strand op mochten...De
volgende ochtend hadden we nog één keer ontbijt met uitzicht op zee en daarna
checkten we uit. We liepen door de gezellige straatjes van West-Terschelling en
rond het middaguur zaten we met het laatste restje toeristen op de boot, het
eiland was weer voor de eilanders.maandag 5 september 2016
Four fines and a ferry?
Tussen
het schilderen door genoten we van de Engelse zomer, overdag klussen en ´s
avonds relaxen met een biertje in de tuin, het was tenslotte meer dan 25
graden. De verf droogde snel en zo hadden we mooi even de tijd om op visite te
gaan bij onze bevriende kapper die was verhuisd naar een appartement in het idyllische
dorp Woodgreen, niet ver van Fordingbridge.
Tijdens het koffiedrinken zagen we veel toeristen voorbij wandelen, maar tot mijn verbazing ook een hele stoet ezels, de dieren, die op weg waren naar de pub! Met zulke taferelen weet je zeker dat je, je in The New Forest bevindt! Na een gezellige ochtend liepen we met een nieuwe coupe naar buiten en gluurden nog even bij het dorpshuis naar binnen. De muren waren namelijk beschilderd met dorpse taferelen uit de jaren dertig. We werden door een dorpsbewoner ´betrapt´ en hij wilde deze ´toeristen’ maar wát graag de binnenkant van het gebouw laten zien; dus haalde hij de sleutel op en even later stonden we binnen. Heel bijzonder, want ook de grootvader van een kennis van onze vriend stond op één van de muren afgebeeld. Maar het meest bijzonder was nog, dat Michael vroeger naar feestjes in dit pand was geweest, maar dat de muurschilderingen hem nog nooit waren opgevallen. Laten we het er maar op houden dat, dat kwam omdat deze feestjes ’s avonds plaatsvonden. Na anderhalve week was het schilderen klaar en zetten we de laatste dingen weer op hun plek voordat we op 24 augustus om twee uur ’s ochtends in de auto stapten om naar Dover te rijden. Ondanks dat we de hele dag en uren voor vertrek nog niet hadden geslapen vonden we het heerlijk om ’s nachts te reizen, want dan is het overal zo lekker rustig. We kwamen er al snel achter dat dan ook de meeste wegwerkzaamheden plaatsvinden...De matrixborden boven de M3 snelweg ‘flashten’ ineens het bericht dat de snelweg tussen afslag 5 en 3 was afgesloten. Gek genoeg heb ik op dit soort momenten altijd de neiging om de berichten niet te geloven: “misschien zijn ze het net aan het voorbereiden en is er nog een rijbaan open”, “misschien is het een afschrikmethode om files te voorkomen”, “misschien is het”...gewoon écht zo! De omleidingsborden stuurden ons naar een b-weg zodat we door schemerige dorpen reden en het gevoel hadden dat we steeds verder van onze route raakten en dat we de boot nu wel zouden missen. Met meer dan een half uur vertraging konden we uiteindelijk de snelweg weer op en Michael probeerde de verloren tijd in te halen. We zagen minstens vier keer flitsen in de lucht en waren er niet helemaal zeker van of dit nu kwam door vrachtwagen lichten, bliksemflitsen of flitspalen, maar één ding was wel zeker, we waren een kwartier voor vertrek in Dover. Na nog een grondige douane controle belandden we uiteindelijk op de boot en twee uur later reden we met een prachtige zonsopgang in Duinkerken van de boot af. Dunkirk by day! Dat hadden we eigenlijk nog nooit gezien, meestal reden we hier middenin de nacht, maar in dit geval had dat geen zin, omdat we onderweg waren naar Rotterdam waar we een hotelkamer gereserveerd hadden waar we toch niet voor 14:00 uur ’s middags konden inchecken. De reis ging goed, totdat we bij Antwerpen in een lange file belandden, waardoor we een uur later dan gedacht bij de P+R in Rotterdam aankwamen. We namen de metro naar het hotel en werden daar persoonlijk begroet door één van de managers. Met onze slaperige hoofden dachten we: “goh wat een vriendelijk welkom”, maar al snel begrepen we dat dit met een reden was...onze kamer was dubbel geboekt en het hotel was vol, maar geen probleem ze hadden voor ons een kamer gereserveerd in een ander hotel...slechts een kilometer verderop...ach whatever, na dertig uur zonder slaap, met alleen maar een powernap op de boot, stonden we de manager als zombies aan te gapen. Voordat we in de lobby in slaap zouden vallen regelde de manager snel een taxi om ons naar het Bilderberg Park hotel te brengen waar we een “executive room” op de negende verdieping kregen, niet verkeerd, wat een uitzicht, zelfs op ons oude appartement! Net zoals tijdens de zomers in ons oude appartement, was de temperatuur op de hotelkamer ook boven de vijfendertig graden, maar helaas konden de ramen niet open en bleek de airco kapot. Toen de monteur die gestuurd was zei dat het niet normaal was om in zo’n sauna te overnachten, gingen we terug naar de receptie. Nadat er gezegd was dat het hotel vol zat en we niet naar een andere kamer konden verhuizen, bleek het na tien minuten toch wel te kunnen. We gingen naar een andere verdieping en kwamen bij de deur van onze nieuwe kamer oog in oog te staan met een andere hotelgast...hm kamer bezet. We gingen weer terug naar de receptie en daar bleek dat de receptioniste het kamernummer verkeerd had opgeschreven, een paar minuten later kwamen we dan eindelijk aan in onze nieuwe kamer met uitzicht op een parkeerplaats, maar wel met werkende airco! Door al het gedoe was onze hele middag siësta verkort tot een uurtje, want ’s avonds gingen we eten bij Rotown en naar een concert van de band Sunflower Bean, een New Yorkse band met een gitarist die me deed denken aan de hoofdrolspeler van de film The Wedding Singer, maar die nog meer rockten dan ik verwacht had. Na het coole optreden dronken we nog een paar slaapmutsjes op het terras en liepen daarna voor een welverdiende nachtrust terug naar het hotel. De volgende ochtend konden we niet uitslapen, want we gingen letterlijk nuchter voor Michaels halfjaarlijkse APK naar het ziekenhuis. De dag verliep meteen al beter dan de vorige, we konden meteen doorlopen naar de radiologie afdeling en vervolgens werd Michael al opgewacht door de verpleging voor de volgende check, tot ergernis van een aantal patiënten die al lange tijd in de wachtkamer zaten. Deel één van de controle was klaar, we konden even gaan ontbijten en een rondje door het centrum van Rotterdam lopen. Aan het begin van de middag waren we weer terug in het ziekenhuis voor deel twee van de controle: de afspraak bij de specialist. Alle uitslagen waren goed en opgelucht konden we het ziekenhuis weer verlaten om er pas over een half jaar weer terug te komen. We checkten uit bij het hotel en reden naar Friesland. Ook al waren we maar kort weggeweest, door alle belevenissen leek het veel langer. Het was fijn om weer terug te zijn op vlak terrein en we vierden de goede resultaten met een fietstocht naar en een verjaardag in Donkerbroek. We hadden de fietssmaak te pakken want in eerste weekend van september zaten we op de witte fietsen van Nationaal Park de Hoge Veluwe. We waren er al vroeg naartoe gereden om de nazomer toeristen te ontwijken. Dat plan mislukte al snel, want hoewel we de eersten op de parkeerplaats waren, parkeerde er al snel een auto pal naast ons en toen we op de fiets naar het Kröller Muller museum zaten werden we door drie touringcars ingehaald. Het museum was groot genoeg voor iedereen en we konden ongestoord de Van Gogh collectie en alle andere meesters bewonderen. Daarna wandelden we nog door de beeldentuin en ’s middags fietsten we door de prachtige bossen en over de heidevlakten van het park. Het leek haast wel op The New Forest met als enige verschil dat je er daar niet voor hoeft te betalen.
Tijdens het koffiedrinken zagen we veel toeristen voorbij wandelen, maar tot mijn verbazing ook een hele stoet ezels, de dieren, die op weg waren naar de pub! Met zulke taferelen weet je zeker dat je, je in The New Forest bevindt! Na een gezellige ochtend liepen we met een nieuwe coupe naar buiten en gluurden nog even bij het dorpshuis naar binnen. De muren waren namelijk beschilderd met dorpse taferelen uit de jaren dertig. We werden door een dorpsbewoner ´betrapt´ en hij wilde deze ´toeristen’ maar wát graag de binnenkant van het gebouw laten zien; dus haalde hij de sleutel op en even later stonden we binnen. Heel bijzonder, want ook de grootvader van een kennis van onze vriend stond op één van de muren afgebeeld. Maar het meest bijzonder was nog, dat Michael vroeger naar feestjes in dit pand was geweest, maar dat de muurschilderingen hem nog nooit waren opgevallen. Laten we het er maar op houden dat, dat kwam omdat deze feestjes ’s avonds plaatsvonden. Na anderhalve week was het schilderen klaar en zetten we de laatste dingen weer op hun plek voordat we op 24 augustus om twee uur ’s ochtends in de auto stapten om naar Dover te rijden. Ondanks dat we de hele dag en uren voor vertrek nog niet hadden geslapen vonden we het heerlijk om ’s nachts te reizen, want dan is het overal zo lekker rustig. We kwamen er al snel achter dat dan ook de meeste wegwerkzaamheden plaatsvinden...De matrixborden boven de M3 snelweg ‘flashten’ ineens het bericht dat de snelweg tussen afslag 5 en 3 was afgesloten. Gek genoeg heb ik op dit soort momenten altijd de neiging om de berichten niet te geloven: “misschien zijn ze het net aan het voorbereiden en is er nog een rijbaan open”, “misschien is het een afschrikmethode om files te voorkomen”, “misschien is het”...gewoon écht zo! De omleidingsborden stuurden ons naar een b-weg zodat we door schemerige dorpen reden en het gevoel hadden dat we steeds verder van onze route raakten en dat we de boot nu wel zouden missen. Met meer dan een half uur vertraging konden we uiteindelijk de snelweg weer op en Michael probeerde de verloren tijd in te halen. We zagen minstens vier keer flitsen in de lucht en waren er niet helemaal zeker van of dit nu kwam door vrachtwagen lichten, bliksemflitsen of flitspalen, maar één ding was wel zeker, we waren een kwartier voor vertrek in Dover. Na nog een grondige douane controle belandden we uiteindelijk op de boot en twee uur later reden we met een prachtige zonsopgang in Duinkerken van de boot af. Dunkirk by day! Dat hadden we eigenlijk nog nooit gezien, meestal reden we hier middenin de nacht, maar in dit geval had dat geen zin, omdat we onderweg waren naar Rotterdam waar we een hotelkamer gereserveerd hadden waar we toch niet voor 14:00 uur ’s middags konden inchecken. De reis ging goed, totdat we bij Antwerpen in een lange file belandden, waardoor we een uur later dan gedacht bij de P+R in Rotterdam aankwamen. We namen de metro naar het hotel en werden daar persoonlijk begroet door één van de managers. Met onze slaperige hoofden dachten we: “goh wat een vriendelijk welkom”, maar al snel begrepen we dat dit met een reden was...onze kamer was dubbel geboekt en het hotel was vol, maar geen probleem ze hadden voor ons een kamer gereserveerd in een ander hotel...slechts een kilometer verderop...ach whatever, na dertig uur zonder slaap, met alleen maar een powernap op de boot, stonden we de manager als zombies aan te gapen. Voordat we in de lobby in slaap zouden vallen regelde de manager snel een taxi om ons naar het Bilderberg Park hotel te brengen waar we een “executive room” op de negende verdieping kregen, niet verkeerd, wat een uitzicht, zelfs op ons oude appartement! Net zoals tijdens de zomers in ons oude appartement, was de temperatuur op de hotelkamer ook boven de vijfendertig graden, maar helaas konden de ramen niet open en bleek de airco kapot. Toen de monteur die gestuurd was zei dat het niet normaal was om in zo’n sauna te overnachten, gingen we terug naar de receptie. Nadat er gezegd was dat het hotel vol zat en we niet naar een andere kamer konden verhuizen, bleek het na tien minuten toch wel te kunnen. We gingen naar een andere verdieping en kwamen bij de deur van onze nieuwe kamer oog in oog te staan met een andere hotelgast...hm kamer bezet. We gingen weer terug naar de receptie en daar bleek dat de receptioniste het kamernummer verkeerd had opgeschreven, een paar minuten later kwamen we dan eindelijk aan in onze nieuwe kamer met uitzicht op een parkeerplaats, maar wel met werkende airco! Door al het gedoe was onze hele middag siësta verkort tot een uurtje, want ’s avonds gingen we eten bij Rotown en naar een concert van de band Sunflower Bean, een New Yorkse band met een gitarist die me deed denken aan de hoofdrolspeler van de film The Wedding Singer, maar die nog meer rockten dan ik verwacht had. Na het coole optreden dronken we nog een paar slaapmutsjes op het terras en liepen daarna voor een welverdiende nachtrust terug naar het hotel. De volgende ochtend konden we niet uitslapen, want we gingen letterlijk nuchter voor Michaels halfjaarlijkse APK naar het ziekenhuis. De dag verliep meteen al beter dan de vorige, we konden meteen doorlopen naar de radiologie afdeling en vervolgens werd Michael al opgewacht door de verpleging voor de volgende check, tot ergernis van een aantal patiënten die al lange tijd in de wachtkamer zaten. Deel één van de controle was klaar, we konden even gaan ontbijten en een rondje door het centrum van Rotterdam lopen. Aan het begin van de middag waren we weer terug in het ziekenhuis voor deel twee van de controle: de afspraak bij de specialist. Alle uitslagen waren goed en opgelucht konden we het ziekenhuis weer verlaten om er pas over een half jaar weer terug te komen. We checkten uit bij het hotel en reden naar Friesland. Ook al waren we maar kort weggeweest, door alle belevenissen leek het veel langer. Het was fijn om weer terug te zijn op vlak terrein en we vierden de goede resultaten met een fietstocht naar en een verjaardag in Donkerbroek. We hadden de fietssmaak te pakken want in eerste weekend van september zaten we op de witte fietsen van Nationaal Park de Hoge Veluwe. We waren er al vroeg naartoe gereden om de nazomer toeristen te ontwijken. Dat plan mislukte al snel, want hoewel we de eersten op de parkeerplaats waren, parkeerde er al snel een auto pal naast ons en toen we op de fiets naar het Kröller Muller museum zaten werden we door drie touringcars ingehaald. Het museum was groot genoeg voor iedereen en we konden ongestoord de Van Gogh collectie en alle andere meesters bewonderen. Daarna wandelden we nog door de beeldentuin en ’s middags fietsten we door de prachtige bossen en over de heidevlakten van het park. Het leek haast wel op The New Forest met als enige verschil dat je er daar niet voor hoeft te betalen.
vrijdag 19 augustus 2016
Steden met een B
De
tijd vliegt, ook als je vrij bent...We genieten al bijna een jaar en acht
maanden van de vrijheid en deze lifestyle bevalt ons heel goed, maar zo langzamerhand
krijgen we steeds vaker de vraag uit onze omgeving óf, wanneer en waar we ons
gaan ´settelen´. Dat vragen we onszelf ook af. We zijn er inmiddels achter dat
we natuur erg mooi en relaxed vinden, maar dat we de stad nog niet kunnen
missen vooral als deze met de letter B begint; Brighton, Bristol en Berlijn,
staan op dit moment in onze favorieten. Voorzichtig struin ik af en toe het
internet af om te kijken wat voor vacatures daar zoal zijn en soms kom je dan
spontaan iets tegen dat je denkt, dít is wel een kans, ik waag een gokje! En zo
zag ik ook een vacature voorbijkomen bij een internationaal bedrijf in Berlijn.
Een druk op de laptopknop en de sollicitatie was verstuurd en warempel werd ik
twee dagen daarna gebeld en uitgenodigd voor een Skype sollicitatie, wat hip, minimum
reistijd, maar staren naar de camera op je ipad en niet scheel gaan kijken is
nog best een kunst. Het duurde een week voordat ik bericht zou krijgen. Tijdens
die week gingen we twee keer naar Groningen, ondanks dat deze stad niet met een
letter B begint was het goed toeven op de terrassen van cafe De Uurwerker waar
we met Janneke waren en cafe De Sigaar waar we met Sander waren. Voordat we
naar Engeland vertrokken gingen we nog een laatste keer naar de sportschool,
waar de muziek op de vroege ochtend iedereen wakker beukte. We verlieten de
fitness met het beeld van een deelneemster van de Senioren Fit die, nadat de
woorden “smack my bitch up” keihard door de zaal galmden, ietwat getraumatiseerd
op één van de fitnessapparaten zat...Donderdagavond reden we in de stromende regen
vanaf mijn ouders richting
Duinkerken, gelukkig klaarde het weer halverwege België op en stonden we een uur voor vertrek in de rij te wachten totdat we de boot op mochten. Blijkbaar stond een aantal auto’s met caravan in de verkeerde rij, want we zagen het ene na het andere gevaarte weer door een hek met ‘exit’ verdwijnen. Toen we de boot op mochten rijden zagen we in onze achteruitkijkspiegel nog een happy camper familie door het exit hek rijden en beduusd een aantal rondjes op de naastgelegen rotonde rijden, misschien hadden ze de boot in Calais moeten hebben? In Dover waren we snel weer van de boot af, gelukkig dit keer geen extra auto controle en met mijn EU-paspoort mocht ik nog steeds het land in. Toen we rond zes uur ’s ochtends in The New Forest aankwamen was het alweer licht en zagen we hoe de ochtendmist over de vlakte hing, zo mooi dat we besloten om de auto even aan de kant van de weg te zetten en een paar foto’s te maken.
Daarna reden we door naar Michaels moeder en de familie die bij haar op bezoek was. Met maar één uur slaap in 24 uur was het eerst tijd voor een goede powernap. Toen we wakker werden was het een gezellig drukte met iedereen in huis, het was warm weer en we zaten nog tot laat in de tuin. De volgende dag moesten Michaels moeder en de familie inpakken, want zij gingen met z’n allen via Londen naar Belfast. Nadat we ze hadden uitgezwaaid, was het ineens raar stil in huis, van het ene uiterste naar het andere. Maar tijd om te luieren was er niet, want we waren hier om op de katten te passen en een slaapkamer te schilderen. Het schilderen zelf vind ik leuk om te doen, maar de voorbereidingen zoals schuren en scheuren vullen is niet niet mijn ‘cup of tea’. Volgens Michael komt dit omdat ik er geen geduld voor heb en hij heeft wel gelijk, ik wil gewoon hup meteen verf op die roller en beginnen. Tijdens het klussen kwam er een e-mail met een ‘nein’ uit Berlijn; ach we hebben geen haast en met het genieten van de leisure time hebben we helemaal geen tijd om te werken :-)
Duinkerken, gelukkig klaarde het weer halverwege België op en stonden we een uur voor vertrek in de rij te wachten totdat we de boot op mochten. Blijkbaar stond een aantal auto’s met caravan in de verkeerde rij, want we zagen het ene na het andere gevaarte weer door een hek met ‘exit’ verdwijnen. Toen we de boot op mochten rijden zagen we in onze achteruitkijkspiegel nog een happy camper familie door het exit hek rijden en beduusd een aantal rondjes op de naastgelegen rotonde rijden, misschien hadden ze de boot in Calais moeten hebben? In Dover waren we snel weer van de boot af, gelukkig dit keer geen extra auto controle en met mijn EU-paspoort mocht ik nog steeds het land in. Toen we rond zes uur ’s ochtends in The New Forest aankwamen was het alweer licht en zagen we hoe de ochtendmist over de vlakte hing, zo mooi dat we besloten om de auto even aan de kant van de weg te zetten en een paar foto’s te maken.
Daarna reden we door naar Michaels moeder en de familie die bij haar op bezoek was. Met maar één uur slaap in 24 uur was het eerst tijd voor een goede powernap. Toen we wakker werden was het een gezellig drukte met iedereen in huis, het was warm weer en we zaten nog tot laat in de tuin. De volgende dag moesten Michaels moeder en de familie inpakken, want zij gingen met z’n allen via Londen naar Belfast. Nadat we ze hadden uitgezwaaid, was het ineens raar stil in huis, van het ene uiterste naar het andere. Maar tijd om te luieren was er niet, want we waren hier om op de katten te passen en een slaapkamer te schilderen. Het schilderen zelf vind ik leuk om te doen, maar de voorbereidingen zoals schuren en scheuren vullen is niet niet mijn ‘cup of tea’. Volgens Michael komt dit omdat ik er geen geduld voor heb en hij heeft wel gelijk, ik wil gewoon hup meteen verf op die roller en beginnen. Tijdens het klussen kwam er een e-mail met een ‘nein’ uit Berlijn; ach we hebben geen haast en met het genieten van de leisure time hebben we helemaal geen tijd om te werken :-)
maandag 1 augustus 2016
Zand zonder zee
Terwijl de inmiddels opgedroogde
festivalmodder stukje bij beetje van de auto viel en de laatste campeermieren
de auto verlieten, reden we de grens weer over, terug in Nederland. Het
Westvleteren bier hielp toch niet zo met de detox en daarom besloten we om weer
een maand fitness te gaan doen bij de sportschool in Drachten. Voor het zweten
hoefden we er in ieder geval niet naartoe, want daar zorgde het warme weer al
voor. Maar ik dacht als je zoiets als yoga in de hitte kan doen, dan is dat
misschien toch ook wel toepasbaar op een Hiit les (hoge intensiteit interval
training). Poeh dat viel vies tegen, na een half uur was iedereen kapot en de
trainer verbaasd dat er nog zoveel mensen meededen in de aircoloze zaal. Naast
het fitnessen wilde ik natuurlijk ook het hardloopritme van Downton een beetje
bijhouden, dus twee keer per week rende ik in de vroege ochtend in het shirt
van de hardloopclub door de natuur rondom Drachten. Ondanks het shirt, miste ik
alle mensen van de hardloopgroep uit Engeland, maar niet de Engelse heuvels. Gelukkig
is Michael sinds kort ook begonnen met hardlopen en bevalt de groep van twee
prima! Juli is de maand van verjaardagen, eerst die van mijn vader en daarna
die van Michael.
Op Michaels verjaardag waren we ’s ochtends van plan om naar
de heide van Bakkeveen te gaan, even iets anders en in de buurt van Drachten...of
toch niet; de afslag die we met de auto wilden nemen om er te komen was uitgerekend
op die dag afgesloten, nou jááá! Dus moesten we de verkeersborden met nummer 1 volgen
die ons langs de ‘toeristische’ route door Donkerbroek en Waskemeer leidden. Ik
kon me niet heugen dat ik ooit in Waskemeer geweest was of nog zou bezoeken, maar
uiteindelijk kwamen we dan toch in Bakkeveen aan. We maakten een mooie wandeling
over de heidevlakten en eindigden bij een grote zandvlakte. Door het landschap
leek het haast alsof we ergens in de duinen waren, alleen de zee ontbrak. Voor
het water gedeelte gingen we terug naar Drachten en lunchten we op een terras
aan de vaart. Later in de week zat ik weer op hetzelfde terras, maar dit keer
voor een diner en gezellig bijpraten met Bianca en Mala, een superleuke avond!Ik had de smaak van het terrasje zitten blijkbaar te pakken want in de week daarop zat ik met Corrine op weer een ander terras in het centrum. We gingen eigenlijk naar het centrum toe voor het ‘Drachten Proeft’ festival. Hoewel de locatie en opzet heel leuk waren met alle verschillende foodtrucks, had ik toch trendier eten verwacht dan spare-ribs, aardappel en vlees gerechten en voor de echte sfeer waren we misschien nog iets te vroeg. In ieder geval is de zomer in volle gang en de zwarte zaterdag weer achter de rug, nu hopen we dat de ferryfiles, vanwege de strengere grenscontroles, volgende week dinsdag ook zijn opgelost, want dan gaan we weer voor een korte trip naar Engeland, cat sitting, purrrfect!
zondag 10 juli 2016
Muddy good Werchter
Het is
alweer een tijdje geleden dat we iets op het blog geplaatst hebben. De tijd na
de “Brexit” was blijkbaar druk. Alle “vote out” posters die we overal zagen
hadden blijkbaar hun werk gedaan en ook voor het Engelse voetbalteam was het
exit. Na een laatste hardloopsessie met de running club verlieten we het land,
vrijwillig; hoewel het nog niet zo makkelijk was om naar Dover te rijden.
Onderweg werden we verrast door enorme hoosbuien waardoor de snelweg
overstroomde en, ondanks dat we maar 20 km per uur konden rijden, kwamen we toch
nog op tijd in Dover aan. Gek genoeg wuifden de douaniers zonder een blik op
onze paspoorten te werpen ons door richting de check-in balie...dachten we...,
halverwege werd onze auto eruit gepikt voor een grondige controle. Of we messen
of andere scherpe voorwerpen bij ons hadden? Niet dat we zo één twee drie
konden bedenken. Later beseften we ons pas dat kookgerei misschien ook wel tot
die categorie behoorde? Eenmaal aan de overkant van Het Kanaal verliep de reis
snel en zo kwamen we rond zes uur ‘s ochtends bij mijn ouders in Friesland aan.
Veel tijd om bij te komen van de reis was er niet, want een paar dagen later
reden we ’s ochtends om vier uur alweer richting België voor het jaarlijkse
Rock Werchter festival. Het had niet alleen in Engeland zoveel geregend, ook
België had de laatste tijd veel wateroverlast gehad, waardoor niet alle festivalcampings
open waren. We waren al om kwart over zeven op de verzamelplaats in Tremelo en samen
met nog een aantal van onze groep besloten we alvast richting de camping te
rijden, maar goed ook, want we kwamen meteen in een file terecht, maar gelukkig
was de sfeer gezellig en de camping open. Toen we eenmaal de auto geparkeerd
hadden ging alles heel snel. Terwijl we een campingplek “veroverden” sloot de
rest van de groep ook al aan en aan het eind van de middag betraden we het
festivalterrein. Ondanks alle regen was het terrein prima, helaas konden we dat
niet te zeggen van de eerste band, Kaiser Chiefs, die voorheen altijd wel leuk
waren, maar dit keer kwam de zanger een beetje arrogant over alsof het meer een
‘verplicht nummer’ was; tsja zodra je als jurylid in programma’s als de Britse
“The Voice” verschijnt, dan gaat je carrière wel een beetje achteruit...Maar de
middag werd weer positief gestemd met de band Gütterdammerung, wat een
sensatie, een rockopera film met een live band op de achtergrond. Steeds als er
bekende acteurs in de film verschenen, zoals: Iggy, Lemmy, Slash, Joshua Homme
en Grace Jones, ging er een luid gejuich door de tent. Nog een hoogtepunt van
de dag was New Order en na het verrassend leuke optreden van Paul McCartney
liepen we moe maar voldaan weer terug naar de camping. De volgende ochtend
waren de meesten wel weer bijgeslapen en gehuld in rubberlaarzen en regenjas
liepen we weer naar het festivalterrein, dat inmiddels tot Werchter “plage” was
omgedoopt, vanwege de kilo’s zeezand die ’s nachts waren gedumpt om het terrein
begaanbaar te houden. De dag begon voor ons met een goed optreden van
Frightened Rabbit gevolgd door een minder optreden van Blossom, je kunt niet
alles hebben. De DJ-set van Jagwar Ma was weer een hoogtepunt met hun Chemical
Brothers klanken, wow! Daarna genoten we van het optreden van de band Daughter,
waarvan de zangeres nog oprecht overrompeld was door alle joelende fans. Daarna
stonden we vooraan bij het optreden van Richard Hawley, die mij niet echt kon
overtuigen, maar voor Michael en de anderen was dit wel een top optreden. Hoewel
we het optreden van Robert Plant van twee jaar geleden nog niet waren vergeten,
rockte hij ook dit jaar er flink op los! Voor een beetje jeugdsentiment gingen
we naar The Offspring die op het hoofdpodium speelde. Alle gouwe ouwe kwamen
inderdaad weer voorbij alleen gezongen door ietwat pafferige vijftigers. Deze
tweede dag werd bombastisch afgesloten door een optreden van Rammstein, het
grunt en vuurwerk geluid vergezelde ons tijdens de wandeling naar de camping.
Naarmate het festival vorderde werd het opstaan ’s ochtends steeds wat stroever. De regen die op het tentdak tikte maakte het opstaan nou ook niet echt uitnodigend, maar de optredens op de derde dag schudden ons meteen wakker. We begonnen met The Struts, daarna naar Courtney Barnett, die live nog luider rockte, en toen naar de Savages, die een verpletterend optreden gaven. De moeheid verdween als regen voor de zon en tijdens het optreden van Two Door Cinema Club kwam de zon ook letterlijk tevoorschijn, zou het dan toch nog droog worden? Van het hoofdpodium verhuisden we naar The Barn tent, waar we helemaal vooraan stonden bij PJ Harvey en band, daarna pikten we nog een paar nummers van de Red Hot Chili Peppers mee terwijl we helaas al afscheid moesten nemen van Lisette en Tessa. Na de afscheidsborrel keken we nog even bij Tame Impala, die we vorig jaar op Lollapalooza hadden gemist en de avond werd opnieuw met vuurwerk afgesloten tijdens het optreden van de Editors waarvan de zanger ietwat rare moves had, maar goeie stem. Na drie dagen blubberen, werd het op de laatste dag nog behoorlijk zonnig. Het soulvolle optreden van Lianne la Havas sloot hier mooi bij aan en de Strypes hadden er ook zin in, zelfs na een lange vlucht vanuit de US of A. Aan het eind van de middag stonden we haast vooraan bij Iggy Pop die in zijn blote rock-‘n-roll torso over het podium rende als een youngster en het record aan f**k woorden het publiek in slingerde. Alle bands daarna konden nog moeilijk aan dit optreden tippen, maar de Last Shadow Puppets maakten er een chaotische dandy show van, waarbij zanger Alex Turner, niet wist of hij zijn jasje nou aan of uit wilde..Helaas moesten we ’s avonds afscheid nemen van Ineke, Juul, Martijn, Edwin en Carola. Samen met Frank en Koen namen we voor hun de honneurs waar tussen het publiek bij de optredens van Jamie XX en Skunk Anansie en dit jaar sloot Florence and the Machine het festival af. Het was allemaal weer veel te snel voorbij, maar met een hoop ‘good memories’ verlieten we maandagochtend voldaan de camping. Omdat het nog vroeg was, was er nog geen filevorming en dus stonden we ook al vroeg in Kortenberg waar we weer ontzettend gastvrij werden ontvangen door Emanuela en Danny. Het was heel gezellig bijpraten en, omdat we in de buurt waren, besloten we de volgende dag naar Abeele te rijden om de begraafplaats te zoeken waar Michael zijn overgrootvader begraven ligt, die is omgekomen tijdens de Eerste Wereldoorlog. We waren al weleens naar het museum in Ieper geweest en toen we in de omgeving reden zagen we al vele kleine begraafplaatsten. Abeele Aerodrome Military Cemetry was hier één van, prachtig aangelegd en onderhouden, midden tussen de landerijen haast op de grens met Frankrijk. Het was een erg indrukwekkend bezoek, maar fijn om hier toch een keer te zijn geweest. Daarna reden we door naar de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren waar het wereldberoemde Westvleteren bier geproduceerd wordt dat zó gewild is dat het lang van tevoren besteld moet worden...Of je hebt geluk zoals wij, dan kan het op de kop getikt worden in het winkeltje van restaurant “In de Vrede” waar tot onze verbazing ook ‘New Forest Horse Shampoo’ verkocht werd, volgens de verpakking ideaal voor elk haartype, maar na het festival paste het bier van de monniken beter in ons detox programma.
Naarmate het festival vorderde werd het opstaan ’s ochtends steeds wat stroever. De regen die op het tentdak tikte maakte het opstaan nou ook niet echt uitnodigend, maar de optredens op de derde dag schudden ons meteen wakker. We begonnen met The Struts, daarna naar Courtney Barnett, die live nog luider rockte, en toen naar de Savages, die een verpletterend optreden gaven. De moeheid verdween als regen voor de zon en tijdens het optreden van Two Door Cinema Club kwam de zon ook letterlijk tevoorschijn, zou het dan toch nog droog worden? Van het hoofdpodium verhuisden we naar The Barn tent, waar we helemaal vooraan stonden bij PJ Harvey en band, daarna pikten we nog een paar nummers van de Red Hot Chili Peppers mee terwijl we helaas al afscheid moesten nemen van Lisette en Tessa. Na de afscheidsborrel keken we nog even bij Tame Impala, die we vorig jaar op Lollapalooza hadden gemist en de avond werd opnieuw met vuurwerk afgesloten tijdens het optreden van de Editors waarvan de zanger ietwat rare moves had, maar goeie stem. Na drie dagen blubberen, werd het op de laatste dag nog behoorlijk zonnig. Het soulvolle optreden van Lianne la Havas sloot hier mooi bij aan en de Strypes hadden er ook zin in, zelfs na een lange vlucht vanuit de US of A. Aan het eind van de middag stonden we haast vooraan bij Iggy Pop die in zijn blote rock-‘n-roll torso over het podium rende als een youngster en het record aan f**k woorden het publiek in slingerde. Alle bands daarna konden nog moeilijk aan dit optreden tippen, maar de Last Shadow Puppets maakten er een chaotische dandy show van, waarbij zanger Alex Turner, niet wist of hij zijn jasje nou aan of uit wilde..Helaas moesten we ’s avonds afscheid nemen van Ineke, Juul, Martijn, Edwin en Carola. Samen met Frank en Koen namen we voor hun de honneurs waar tussen het publiek bij de optredens van Jamie XX en Skunk Anansie en dit jaar sloot Florence and the Machine het festival af. Het was allemaal weer veel te snel voorbij, maar met een hoop ‘good memories’ verlieten we maandagochtend voldaan de camping. Omdat het nog vroeg was, was er nog geen filevorming en dus stonden we ook al vroeg in Kortenberg waar we weer ontzettend gastvrij werden ontvangen door Emanuela en Danny. Het was heel gezellig bijpraten en, omdat we in de buurt waren, besloten we de volgende dag naar Abeele te rijden om de begraafplaats te zoeken waar Michael zijn overgrootvader begraven ligt, die is omgekomen tijdens de Eerste Wereldoorlog. We waren al weleens naar het museum in Ieper geweest en toen we in de omgeving reden zagen we al vele kleine begraafplaatsten. Abeele Aerodrome Military Cemetry was hier één van, prachtig aangelegd en onderhouden, midden tussen de landerijen haast op de grens met Frankrijk. Het was een erg indrukwekkend bezoek, maar fijn om hier toch een keer te zijn geweest. Daarna reden we door naar de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren waar het wereldberoemde Westvleteren bier geproduceerd wordt dat zó gewild is dat het lang van tevoren besteld moet worden...Of je hebt geluk zoals wij, dan kan het op de kop getikt worden in het winkeltje van restaurant “In de Vrede” waar tot onze verbazing ook ‘New Forest Horse Shampoo’ verkocht werd, volgens de verpakking ideaal voor elk haartype, maar na het festival paste het bier van de monniken beter in ons detox programma.
zondag 12 juni 2016
Happy Campers
Een
paar dagen na mijn verjaardag stond de volgende festiviteit alweer op het
programma, de ´barn wedding´ van Michaels achternicht. Na een paar dagen regen,
was het op de dag zelf gelukkig zonnig, iets waar elk bruidspaar natuurlijk op
hoopt, maar de gasten in dit geval ook, want de receptie was op een ‘farm’ net
buiten Rockbourne. Maar eerst gingen we voor de ceremonie naar de kerk in het
dorp, een prachtig zestiende-eeuws kerkje dat haast verstopt leek tussen het
groen. Als je in Groot-Brittannië in de kerk trouwt ben je gelijktijdig ook
voor de wet getrouwd, dus dat scheelde een tripje naar het gemeentehuis en dus konden
we na de ceremonie meteen door naar de feestlocatie. De boerenschuur was
omgetoverd tot een feestelijke zaal en al gauw konden de daggasten aanschuiven
voor het diner, inderdaad álle daggasten, dat is ook anders dan in Nederland.
Normaal gesproken is het bij een Britse bruiloft ook gebruikelijk dat de gasten
hun eigen drankjes betalen, maar bij deze bruiloft was daar geen sprake van, er
was zelfs zelfgemaakte wijn gemaakt door de vader van de bruid. Na het eten was
het tijd voor de ‘best man speech’ en de speech door de vader van de bruid en
daarna was het tijd voor feesten. Er was een gezellige band die allemaal jaren
tachtig- hits speelde en toen de band uitgespeeld was, ging het feest tot in de
late uurtjes door met een DJ, waarschijnlijk iets te enthousiast want op een
gegeven moment viel zelfs de stroom uit, maar gelukkig werd het verholpen en
danste iedereen er al snel weer vrolijk op los. In de uitnodiging stond dat iedereen
vrij was om te kamperen op het land, dus een paar borrels later besloten ook
wij om onze pop-up tent uit te gooien en alvast te proefkamperen voor het
Werchter festival. We vielen in slaap op de DJ deunen en waren alweer vroeg op.
Alle andere kampeerders lagen nog te slapen en de feestlocatie lag er verlaten
bij: de wind flapperde door de party-tent doeken, drank flessen stonden op en
onder de tafels en een paar feesthoedjes lagen verlaten op de dansvloer, a good
party! Nadat we meegeholpen hadden met opruimen werd het tijd om onze pop-up
tent weer in het tentzakje te vouwen en op één of andere manier is dit altijd
ingewikkelder dan gedacht en zo kwamen we erachter dat de stokken ook niet zo
flexibel waren dan gedacht...dus het volgende weekend waren we in Poole op
nieuwe tent jacht. Na het bezoekje aan de mega outdoorshop liepen we nog een
rondje door de winkelstraat, waar shoppers continue moesten rennen of wachten
voor de spoorbomen van de spoorlijn die de straat in tweeën verdeelde. Het was
marktdag en terwijl de verkoper van de vleeskraam door luidsprekers riep welke
homp vlees er deze week in de aanbieding was, leken de mensen van de naastgelegen
anti-EU stand nauwelijks boven het luidspreker geschreeuw uit te komen. Bij ons
maakten ze sowieso geen kans, in het voorbijgaan zei ik: I’m staying in anyway,
I’m Dutch. ’s Middags reden we naar het plaatsje Damerham waar we met vrienden
hadden afgesproken in een pub en onderweg moesten we zowaar een ‘Penny Farthing’
inhalen, in het Nederlands ook wel een ‘Hoge Bi’ genoemd, zo’n fiets met een
heel groot voorwiel en een heel klein achterwiel, bijzonder om te zien en dat
vonden de vrienden ook, die vlak na ons bij de pub aankwamen. We lunchten in de
tuin en praatten onder andere over hun aanstaande campertrip naar Frankrijk; hun
tent on wheels zonder gedoe met inflexibele stokken.
vrijdag 27 mei 2016
Go West!
Na
zoveel uitstapjes in het zuiden van het land, werd het weer eens tijd om naar
het westen te gaan voor een bezoekje aan Michaels vader in Devon. Blijkbaar
hadden meer mensen hetzelfde plan, want het was behoorlijk druk op de
tweebaansweg westwaarts. Gelukkig kon je af en toe wel inhalen, wanneer er
ineens een derde rijbaan bijkwam voor afwisselend gebruik voor dan weer de ene
weghelft en dan weer de andere weghelft. Dus als je een slome weggebruiker in
wilde halen was het zaak dat je dat ook echt even plankgas deed, no limits! We zagen
dat een auto voor ons andere weggebruikers een beetje irriteerde door onder de
maximale snelheid in te halen, iets wat we in het Nederlandse verkeer ook regelmatig
zien. Toen we dichterbij kwamen bleek het zowaar nog een Nederlander te zijn
ook! Uiteindelijk kwamen we aan in het dorp, tegelijk met Michaels vader, die
na een lange werkdag zijn pick-up parkeerde. Samen met zijn werklieden dronken
we een aantal pints in de pub, behalve de alcoholvrije lad van de groep, Howie.
Wel respect hoor als je omringd wordt door zoveel verschillende bieren op de
tap. Inmiddels was Michaels broer ook aangekomen en gingen we met z’n vieren verder
naar een volgende pub waar we een aperitief pint dronken voordat we voor het
hoofdgerecht naar de derde pub gingen, die sinds korte tijd weer was geopend.
We werden vriendelijk begroet door de nieuwe eigenaren en er hing een gezellige
sfeer. Tijdens het eten kwam er een groep folk muzikanten de pub binnen en
begon spontaan te spelen.
Het was een vrolijk gezelschap: één speelde op de banjo, de ander op een fluit en weer een ander had een drum in de hand met een kwastje. Waarschijnlijk was dit niet de eerste pub die ze die avond bezochten want een vrouw van de groep zat met kleine toegeknepen ogen op een stoel met een sambabal in haar hand en leek elk moment in slaap te kunnen vallen en een man van de groep haalde op een gegeven moment een uit hout gesneden marionet-eend tevoorschijn die hij onder luid gelach op een stuk hout liet dansen. Op de achtergrond dansten een paar locals met zonnebril op, waarschijnlijk verkeerden zij in dezelfde staat als sommige bandleden. We sloten de avond af met een goed glas whisky. De volgende ochtend waren we alweer vroeg op, Michaels vader was aan het werk op een landgoed in de buurt en zei dat we wel even langs konden komen zodat hij ons een rondleiding kon geven. Zo reden we even later met onze statige Ford Fiësta over de oprijlaan naar het landhuis. Vanaf de terrassen had je uitzicht op de vijvers en op het dorp in het dal. Aan de achterkant van het huis was een aparte parkeerplaats voor de werklui, de tuinman en de schoonmaakster hadden allebei hun eigen huis op het erf, zelfs de kippen hadden een eigen ‘cottage’. Het zwembad zag er een beetje verlaten uit, maar er werd waarschijnlijk af en toe wel een feestje gegeven gezien de drankvoorraad in de buitenkeuken. Na de rondleiding gingen we weer naar het ‘gepeupel’ in het dorp, waar het Spring Fest festival aan de gang was. Her en der door het dorp stonden kraampjes waar men lokale producten kon proeven en kinderen konden hun teddybeer laten parachutespringen vanaf de kerktoren. Toen we bijna weer bij huis waren, zagen we ook de bandleden van de vorige avond lopen, inmiddels had de vrouw in ieder geval haar ogen weer open, maar de man met de marionet-eend was nergens te bekennen. ’s Avonds reden we met z’n allen naar Dulverton, het dorp waar Michaels vader eerst woonde. We kwamen terecht bij Woods bar & restaurant waarvan zijn vorige buurman, een echte wijnkenner, de eigenaar is. Het was leuk om hem weer te zien en we genoten van de wijnen, bieren en het heerlijke eten. Het werd later en later en het was geen optie meer om met eigen auto terug te rijden. Michaels vader zei, “geen probleem, ik bel gewoon een taxi.” We keken elkaar aan en dachten nog, hoe gaat hij op dit uur in dit dorp een taxi regelen? Maar voor we het wisten stond er één voor de deur...poor Howie! Hij racete ons over de bochtige wegen terug naar Bampton en we waren nog net op tijd voor een slaapmutsje in de pub om de hoek. De volgende dag reden we weer terug naar The New Forest en maandagochtend stonden we weer klaar voor een detox bij de circuit fitness les. Alsof dat nog niet genoeg was, werd er op woensdagavond nog een 11 kilometer hardloopsessie georganiseerd door een mede hardloper. Het had de hele dag geregend, maar op het moment van vertrek scheen gelukkig de zon, helaas zou dat niet lang duren, de gele raapzaadvelden staken af bij de zwarte luchten en even later renden we door hagel- en onweersbuien naar een groepje bomen om te schuilen, how refreshing! Nog bijkomend van de ene run werd ik alweer uitgenodigd voor de volgende op zaterdagochtend, maar ik had gelukkig een goed excuus, want die vrijdagavond gingen we naar vrienden in Chichester. We gingen eerst naar de kerk, waar men in plaats van wijn en brood, bier en burgers serveerden! Alhoewel we te laat waren voor de burgers, omdat de keuken net gesloten was, genoten we in een luie stoel van de tot trendy bar omgebouwde kerk. Voor de burger moesten we uiteindelijk toch naar een andere pub verhuizen. Met Japans bier proostten we op de geslaagde avond en de volgende ochtend reden we moe maar voldaan via Portsmouth weer terug naar Fordingbridge, waar we op woensdag opnieuw proostten; deze keer op mijn verjaardag. Het was een gezellige dag met veel kaarten, bloemen, en steak tijdens de lunch in restaurant The George, the icing on the (birthday)cake!
Het was een vrolijk gezelschap: één speelde op de banjo, de ander op een fluit en weer een ander had een drum in de hand met een kwastje. Waarschijnlijk was dit niet de eerste pub die ze die avond bezochten want een vrouw van de groep zat met kleine toegeknepen ogen op een stoel met een sambabal in haar hand en leek elk moment in slaap te kunnen vallen en een man van de groep haalde op een gegeven moment een uit hout gesneden marionet-eend tevoorschijn die hij onder luid gelach op een stuk hout liet dansen. Op de achtergrond dansten een paar locals met zonnebril op, waarschijnlijk verkeerden zij in dezelfde staat als sommige bandleden. We sloten de avond af met een goed glas whisky. De volgende ochtend waren we alweer vroeg op, Michaels vader was aan het werk op een landgoed in de buurt en zei dat we wel even langs konden komen zodat hij ons een rondleiding kon geven. Zo reden we even later met onze statige Ford Fiësta over de oprijlaan naar het landhuis. Vanaf de terrassen had je uitzicht op de vijvers en op het dorp in het dal. Aan de achterkant van het huis was een aparte parkeerplaats voor de werklui, de tuinman en de schoonmaakster hadden allebei hun eigen huis op het erf, zelfs de kippen hadden een eigen ‘cottage’. Het zwembad zag er een beetje verlaten uit, maar er werd waarschijnlijk af en toe wel een feestje gegeven gezien de drankvoorraad in de buitenkeuken. Na de rondleiding gingen we weer naar het ‘gepeupel’ in het dorp, waar het Spring Fest festival aan de gang was. Her en der door het dorp stonden kraampjes waar men lokale producten kon proeven en kinderen konden hun teddybeer laten parachutespringen vanaf de kerktoren. Toen we bijna weer bij huis waren, zagen we ook de bandleden van de vorige avond lopen, inmiddels had de vrouw in ieder geval haar ogen weer open, maar de man met de marionet-eend was nergens te bekennen. ’s Avonds reden we met z’n allen naar Dulverton, het dorp waar Michaels vader eerst woonde. We kwamen terecht bij Woods bar & restaurant waarvan zijn vorige buurman, een echte wijnkenner, de eigenaar is. Het was leuk om hem weer te zien en we genoten van de wijnen, bieren en het heerlijke eten. Het werd later en later en het was geen optie meer om met eigen auto terug te rijden. Michaels vader zei, “geen probleem, ik bel gewoon een taxi.” We keken elkaar aan en dachten nog, hoe gaat hij op dit uur in dit dorp een taxi regelen? Maar voor we het wisten stond er één voor de deur...poor Howie! Hij racete ons over de bochtige wegen terug naar Bampton en we waren nog net op tijd voor een slaapmutsje in de pub om de hoek. De volgende dag reden we weer terug naar The New Forest en maandagochtend stonden we weer klaar voor een detox bij de circuit fitness les. Alsof dat nog niet genoeg was, werd er op woensdagavond nog een 11 kilometer hardloopsessie georganiseerd door een mede hardloper. Het had de hele dag geregend, maar op het moment van vertrek scheen gelukkig de zon, helaas zou dat niet lang duren, de gele raapzaadvelden staken af bij de zwarte luchten en even later renden we door hagel- en onweersbuien naar een groepje bomen om te schuilen, how refreshing! Nog bijkomend van de ene run werd ik alweer uitgenodigd voor de volgende op zaterdagochtend, maar ik had gelukkig een goed excuus, want die vrijdagavond gingen we naar vrienden in Chichester. We gingen eerst naar de kerk, waar men in plaats van wijn en brood, bier en burgers serveerden! Alhoewel we te laat waren voor de burgers, omdat de keuken net gesloten was, genoten we in een luie stoel van de tot trendy bar omgebouwde kerk. Voor de burger moesten we uiteindelijk toch naar een andere pub verhuizen. Met Japans bier proostten we op de geslaagde avond en de volgende ochtend reden we moe maar voldaan via Portsmouth weer terug naar Fordingbridge, waar we op woensdag opnieuw proostten; deze keer op mijn verjaardag. Het was een gezellige dag met veel kaarten, bloemen, en steak tijdens de lunch in restaurant The George, the icing on the (birthday)cake!
donderdag 12 mei 2016
Cuckoo on Wick Lane
Ook al
skipten we Koningsdag dit jaar, daarvoor in de plaats was er ‘May Day bank
holiday’, een nationale vrije dag op de eerste maandag van mei. Overal worden
dan het hele weekend festiviteiten georganiseerd om de komst van de zomer te
markeren. Traditiegetrouw wordt er rond de Meiboom gedanst, het zogenaamde
Maypole Dancing, waarbij dansers gekleurde linten vasthouden die aan de
bovenkant van een paal bevestigd zijn en zo tijdens het dansen om de paal
gewikkeld worden. ´Morris Dancing´ is ook favoriet, waarbij een groep dansers
in een cirkel dansen en met een witte zakdoek zwaaien of met korte stokken
tegen elkaar aanslaan op de klanken van accordeon muziek; dat is weer eens wat
anders dan de klompendans. In aanloop naar de festiviteiten zagen we in Downton
overal posters en folders voor de jaarlijkse Cuckoo Fair en ook de leden van de
sportclub raadden ons aan om zeker een kijkje te nemen, ach waarom ook niet. Zaterdag
30 april werd Cuckoo Fair dag, dat inderdaad een populair evenement was.
Filevorming in het dorp en zelfs bedrijventerreinen waren aangewezen als
tijdelijke parkeerterreinen. We hadden geluk om nog een geïmproviseerde
parkeerplaats te bemachtigen en de vrijwilligers wezen ons de weg naar de braderie
in het dorp: “bij de vriezer unit naar rechts, links en dan rechtdoor achter de
meute aan!” Het was veel groter dan ik
had gedacht, rijen kramen met ambachtelijke producten, ‘men stalls’ waar
verschillende ciders en real ales getest konden worden, ijsjes en patat etende
mensen en een optreden van ‘The Plonkers Agricultural Orchestra’. Het was leuk
om te zien hoe een anders rustig dorp helemaal tot leven kwam. Ondanks de nationale
vrije dag, was de sportclub op maandag wel geopend en tijdens het sporten
hadden we uitzicht op de rommelmarkt, car boot sale, op het sportveld en de
zweetlucht werd overstemd door de geur van bbq bacon en gegrilde worst. Aan het
einde van de week rende ik weer met de hardloopclub mee, dit keer stond
sprinten op heuvels op het programma, poeh, dat was nieuw voor mij, de anderen van
de groep die deze venijnige heuvel al kenden, moedigden mij aan met een “Welcome
to Wick Lane Erika”. De beloning was een mooi uitzicht en een afdaling door de
goudgele raapzaadvelden en een kop koffie na afloop. De viering van de komst
van de zomer had blijkbaar geholpen, want afgelopen weekend konden we genieten
van zomerse temperaturen, volgens de kranten zelfs warmer dan Zuid-Spanje! Op
zondagochtend reden we in alle vroegte naar Lulworth Cove aan de ‘Jurassic
Coast’, een deel van de zuidkust dat op de werelderfgoedlijst staat.
Een paar jaar geleden waren we hier al een keer geweest, maar de kustbenamingen alleen al waren een tweede bezoek waard. We wandelden over de coastal pathway van Lulworth Cove, via Durdle Door en Scratchy Bottom naar Bat’s Head! Gelukkig waren we dit keer fitter dan de vorige keer en wandelden de steile kliffen makkelijk op en af en hadden uitzicht op de helderblauwe zee en kalkrotsformaties en eindigden op Bat’s Head een stuk klif dat uitsteekt in zee met steile kanten. Michael had het stuk al eerder gespot en, living on the edge, ging meteen op de punt staan. Uiteindelijk was ik ook overtuigd van het avontuur, en keek maar niet naar beneden, maar naar het fantastische uitzicht op de kust! Tegen lunchtijd liepen we naar het strand voor een picknick. Inmiddels was het al veel drukker geworden, maar wonder boven wonder nog steeds niet zo druk als op een zonnige dag in Scheveningen. Met hernieuwde kracht namen we de avontuurlijke route weer omhoog: al klauterend langs een touw de kliffen op...mayday, mayday!
Een paar jaar geleden waren we hier al een keer geweest, maar de kustbenamingen alleen al waren een tweede bezoek waard. We wandelden over de coastal pathway van Lulworth Cove, via Durdle Door en Scratchy Bottom naar Bat’s Head! Gelukkig waren we dit keer fitter dan de vorige keer en wandelden de steile kliffen makkelijk op en af en hadden uitzicht op de helderblauwe zee en kalkrotsformaties en eindigden op Bat’s Head een stuk klif dat uitsteekt in zee met steile kanten. Michael had het stuk al eerder gespot en, living on the edge, ging meteen op de punt staan. Uiteindelijk was ik ook overtuigd van het avontuur, en keek maar niet naar beneden, maar naar het fantastische uitzicht op de kust! Tegen lunchtijd liepen we naar het strand voor een picknick. Inmiddels was het al veel drukker geworden, maar wonder boven wonder nog steeds niet zo druk als op een zonnige dag in Scheveningen. Met hernieuwde kracht namen we de avontuurlijke route weer omhoog: al klauterend langs een touw de kliffen op...mayday, mayday!
maandag 25 april 2016
Downton leisure
De
eerste dagen na aankomst in Fordingbridge toerden we een beetje door de regio.
Het mooie van het gebied is dat je eigenlijk alles binnen handbereik hebt: bos,
strand, zee, gezellige plaatsen. Zelfs van een autoritje naar een supermarkt
over heuvelachtige wegen krijg ik meteen al een vakantiegevoel. Het Nederlandse
kenteken op onze auto verraadt ons natuurlijk ook meteen als toerist, wat bijvoorbeeld
wel weer helpt bij het invoegen op de snelweg, of niet...Zou de chauffeur van
de auto met poster ‘out of the EU!’ ons expres langzaam hebben ingehaald op weg
naar Southampton? Het is wel duidelijk dat de campagne voor het EU-referendum
op 23 juni in volle gang is. De regering heeft inmiddels huis-aan-huis pro EU
folders verspreid met de tekst: “why the Government believes that voting to
remain in the European Union is the best decision for the UK.” Het ‘Brexit’
kamp beantwoordde deze post weer met de tekst: “return to sender.” Spannend om
alles van zo dichtbij te kunnen volgen! In het kader van het vakantiegevoel gingen
we ook weer bij Sandyballs op bezoek,
niet voor een stacaravan, maar voor het
regelen van een fitnessdeal. We hadden gehoord dat de fitnesszaal een
metamorfose had ondergaan, maar de klantvriendelijkheid leek helaas tegelijk
met de oude apparaten te zijn verdwenen. Volgens de manager waren er nieuwe
strikte regels en dus was het alleen mogelijk om een half jaar contract af te
sluiten en cash betalingen werden al helemaal niet meer geaccepteerd. Hm, in
ieder geval geen grijze muur meer om naar te staren, maar wat nu? alle andere sportopties
die uiteindelijk toch geen opties waren hadden we de vorige keer al bekeken...We
kregen nieuwe moed toen Michael toch nog een andere sportclub had gevonden:
Downton Leisure to the rescue! We werden vriendelijk begroet en alles was
simpel en snel geregeld. De fitnesszaal keek aan de ene kant uit op een groene
weide en aan de andere kant op een grote gymzaal, die me een beetje deed denken
aan de sporthal van vroeger. Zo’n grote galmende kille zaal waar je bij
binnenkomst eerst letterlijk moet opwarmen. Met dat opwarmen kwam het wel goed.
Bij deze sportclub werden er namelijk ´s ochtends lessen gegeven. En zo stonden
we vorige week maandagochtend bij de ‘beginners circuit class´. We hadden geen
idee van wat ons te wachten stond, maar aangezien we de gemiddelde leeftijd van
de groep behoorlijk omlaag brachten, kregen we misschien iets te veel
vertrouwen in onszelf? Al snel bleek dat de jongsten zeker niet de fitsten
waren. Poeh het was zo’n hoge intensiteit training met veel cardio en
krachtoefeningen. We waren meteen wakker geschud voor de rest van de week. Een
trainer bij de receptie zei, “als je deze les leuk vond moet je naar mijn les
komen op woensdagochtend, zelfde soort les maar dan twee keer zo lang”...Ach why
not! dus woensdagochtend stonden we in zijn les, een medesporter wenste ons van
tevoren nog succes, want deze trainer toonde blijkbaar no mercy! Dat succes
hadden we inderdaad nodig, maar de vermoeide spieren aan het eind van de les
waren het zeker waard. De volgende dag fietsten we onze spieren weer soepel
tijdens een ‘spinning’ les en om de week af te sluiten rende ik vrijdagochtend
nog met de hardloopgroep mee door de weilanden rond Downton, toegejuichd door
starende koeien. In het weekend genoten we van onze rust en zondagochtend
besloten we om een strandwandeling te maken op Hengistbury Head, een landtong
in het Kanaal tussen Bournemouth en Mudeford, waar meer dan 300 particuliere
strandhutten staan die tot de duursten van het Verenigd Koninkrijk behoren,
ongeveer tweehonderdduizend pond voor een houten hut zonder voorzieningen of stromend water, maar wel uitzicht op zee!
ongeveer tweehonderdduizend pond voor een houten hut zonder voorzieningen of stromend water, maar wel uitzicht op zee!
vrijdag 8 april 2016
Tijdwinst
Deze
week las ik in het nieuws dat de griepepidemie officieel voorbij was, mooi,
want we waren er allebei wel klaar mee. In de weken voor pasen wisselden we
elkaar af met snotneuzen, koorts en algehele lamlendigheid, maar met pasen
zaten we er weer op ons paasbest bij. Net op tijd, want pasen duurde dit jaar een
uur korter vanwege de zomertijd die was ingegaan. Zomertijd? Eerst maar eens lente!
En ja, dagen met mooi weer volgden, ineens groetten mensen elkaar vrolijk op
straat in plaats van zich te verschuilen achter een paraplu. We gingen op de
fiets naar fitness en bereidden ons voor op weer een tijdelijk reisje naar
Engeland. De fitness trainers gaven ons nog een buikspier kwartier ‘souvenir’
mee, maar voordat we afgelopen zondag vertrokken, brachten we ’s ochtends eerst
nog een bliksembezoek aan Amsterdam om een gerepareerde rugzak bij een winkel
op te halen..Dus om half elf ’s ochtends stonden we al op station Amsterdam
Centraal en om half één zaten we alweer in de trein terug naar Friesland, een
beetje crazy, maar op de valreep toch nog een koopzondag! Eenmaal terug pakten
we de auto in en om acht uur ’s avonds reden we de straat uit, uitgezwaaid door
familie en zelfs de buren. Vanwege de zomertijd was het nog lekker lang licht,
maar rond Antwerpen werd het donker en niet alleen vanwege de avond, maar door
de heftige stortbuien. Niet normaal, we zagen door al het water de weg niet
meer en moesten maar raden of we in de linker of rechter rijbaan zaten. Het
waarschuwingsbord met de tekst ‘kans op aquaplaining’ was inderdaad niet voor
niks; alsof we al aan de bootovertocht begonnen waren. Gelukkig klaarde het snel
weer op, maar net voor Duinkerken kregen we nog een keer de volle laag en zo ‘voeren’
we de ferry terminal van Duinkerken binnen. We merkten dat, ten opzichte van de
vorige keer, de grenscontrole wel wat strenger was geworden en nadat de
kofferbak gecontroleerd was mochten we doorrijden naar de wachtrij voor de
boot. Het was ook duidelijk drukker dan de vorige keer, zeker gezien het
tijdstip, 2 uur ’s nachts. Misschien dat veel reizigers Calais vermeden? Nadat
we in Dover weer van de boot afreden leek het of alle personenauto´s opgeslokt
waren door vrachtwagens, in colonnes reden ze over de motorway, maar gelukkig
was de motorway voorzien van drie rijbanen, dus Michael racete behendig langs
alle truckers. Toen het weer licht werd namen we de afslag naar The New Forest
en zetten we de klok weer een uur terug, ha tijdwinst!
zaterdag 19 maart 2016
Hiit
Met de
wind in de rug duurde de vlucht van Wenen naar Schiphol korter dan gedacht. We
kwamen er al snel achter dat je van zulke momenten moet genieten, want eenmaal
op het treinstation van Schiphol zagen we dat de vertraging van onze trein naar
Heerenveen opliep. Dit gaf ons wel mooi de tijd om nog even ergens te proosten
op de leuke week. En het rondzwerven op Schiphol was zo erg nog niet, het had wel
wat gezelligs, de mengelmoes van verschillende mensen die zich allemaal in hun
eigen tijdzones bevonden. Wat me bij terugkomst in Nederland vooral opviel was het
luide gepraat en de informele bediening, misschien kwam het ook wel vanwege
mijn Nederlandse programmering zodat ik alles wat er om me heen gezegd werd
onbewust opving, goed of slecht? Ach het is maar wat je gewend bent. Het was in
ieder geval leuk om het contrast van groene weides en blauwe luchten weer te
zien. Het werd nu dus ook tijd om af te kicken van de Weense koffies en torte
en de fitness weer op te pakken. De fitnesstrainer vond dit ook een goed idee
en nodigde ons meteen uit voor een leuke les die hij op maandagavond gaf, de hiit
training, slechts een half uurtje trainen, niet gek dacht ik. Dat de training
aanvoelde alsof het een uur geduurd had, kwam ik later achter, de afkorting
klopte inderdaad: hoge intensiteit interval training. Gelukkig stond er ter
afwisseling een gezellig avondje op het programma; op woensdag 2 maart
vertrokken we naar Amsterdam waar we samen met een vriendin naar een concert
van de Libertines in Paradiso gingen.
Totaal verregend kwamen we nog net optijd bij de zaal aan, wel de perfecte timing, want toen we binnenkwamen begon de band meteen het eerste nummer, Barbarians, te spelen, de sfeer zat er meteen goed in! Vanaf het balkon hadden we goed zicht op het podium en op de good old moshpit ervoor. Zowel de band als het publiek gaf alles en Pete en Carl zongen harmonieus door de mic alsof ze altijd ‘best friends’ waren geweest, ja de band was zeker weer op het goed pad, wat een avond! We vroegen ons wel af hoe de bandleden met hun junkieverleden de nacht in Amsterdam zouden doorstaan...Wij verlieten Paradiso na het concert en kwamen via de Ierse pub bij de Bourbon Street bar terecht, waar ook een gezellige band speelde. Om half vier vonden we het mooi geweest, zeker voor een doordeweekse avond. We verlieten de bar en hoopten dat we de plek konden onthouden voor een volgende keer. Terwijl we terugliepen naar onze slaapplaats zagen we dat Mr. Carl Barât ook een gezellige avond had; hij kruiste ons pad met zijn bodyguard en twee ‘young chicks’ aan zijn zij, rock ’n roll!
Totaal verregend kwamen we nog net optijd bij de zaal aan, wel de perfecte timing, want toen we binnenkwamen begon de band meteen het eerste nummer, Barbarians, te spelen, de sfeer zat er meteen goed in! Vanaf het balkon hadden we goed zicht op het podium en op de good old moshpit ervoor. Zowel de band als het publiek gaf alles en Pete en Carl zongen harmonieus door de mic alsof ze altijd ‘best friends’ waren geweest, ja de band was zeker weer op het goed pad, wat een avond! We vroegen ons wel af hoe de bandleden met hun junkieverleden de nacht in Amsterdam zouden doorstaan...Wij verlieten Paradiso na het concert en kwamen via de Ierse pub bij de Bourbon Street bar terecht, waar ook een gezellige band speelde. Om half vier vonden we het mooi geweest, zeker voor een doordeweekse avond. We verlieten de bar en hoopten dat we de plek konden onthouden voor een volgende keer. Terwijl we terugliepen naar onze slaapplaats zagen we dat Mr. Carl Barât ook een gezellige avond had; hij kruiste ons pad met zijn bodyguard en twee ‘young chicks’ aan zijn zij, rock ’n roll!
zaterdag 5 maart 2016
Gruss Gott!
Op
vrijdagmiddag 19 februari landden we op Flughafen Wien-Schwegat. Onder het
genot van een Wiener Melange koffie overlegden we hoe we naar het centrum
zouden gaan. Er waren namelijk twee opties: reizen met een overpriced
hogesnelheidstrein of voor een prikkie met de S-bahn. Wij kozen voor de laatste
optie en binnen een half uur waren we in het centrum. Het hotel was makkelijk
te vinden en was helemaal gehuld in ‘Sisi’ sfeer, gemütlich! Na een goede
nachtrust waren we de volgende ochtend klaar om de stad te gaan verkennen. We begonnen
met een wandeling naar de Karmelitermarkt op een paar minuten lopen van het
hotel. Een kleinschalige markt waar op zaterdag veel lokale producten worden
verkocht en vooral ook koosjere producten, want de markt bevindt zich in de
Joodse wijk, Leopoldstadt, een hippe wijk in opkomst met veel studenten en
kunstenaars. Na het slenteren over de markt liepen we via een brug over het
Donaukanaal naar het centrum. Wat een uitzicht! In de verte zagen we de
Stephansdom boven de oude gebouwen uitsteken en de kademuren van het kanaal
waren vrolijk gekleurd door graffiti. Zo leek het kanaal wel de grens tussen
het hippe deel van de stad en het statige deel van de binnenstad. Toen we in
het centrum aankwamen kwamen de eerste paardenkoetsjes, fiakers, ons al
tegemoet. Deze leken zelfs uitgerust met een soort van ‘poop-scoop’ systeem,
maar aan de straten te zien werkte dat niet helemaal. We liepen door de brede
winkelstraat Graben en kwamen voor de lunch uit bij een vegetarisch restaurant,
wat blijkbaar zo populair was dat er geen plaats meer was, maar geen probleem,
er werd voor ons een tafeltje geïmproviseerd achter een gordijn in de keuken! De
rest van de dag verdwaalden we vrijwillig in de stad en liepen langs de vele
mooie statige gebouwen. De volgende ochtend namen we de U-bahn naar de
dierentuin, niet een attractie waar je meteen aan denkt, maar dit was wel een
hele mooie en de oudste van Europa. Van de vissen via de leeuwen naar de panda´s,
die gezellig met een bamboestok aan het spelen waren. Leuk om te zien, maar nog
leuker om te zien waren de bezoekers die stonden te duwen om het lieve dier op
de foto te zetten gevolgd door een geïrriteerd ‘tsuhh’ geluid wanneer de panda
niet naar de lens wilde kijken en hen lekker de rug toekeerde, wat een
vertoning. We gingen verder naar de geiten waar een oud vrouwtje naast ons
stond te kijken en vanuit het niets riep: “sieben! sieben stück! Druk knikkend
in de richting van de kleine geitjes. Via de ijsberen, het regenwoud, de meerkatten
en de pinguins kwamen we weer bij de uitgang. Het was inmiddels wel een paar
uur verder en we waren nog net op tijd voor een lunch bij een ander vegetarisch
restaurant waar we over hadden gelezen. Vanwege de zondag konden we aanschuiven
aan een buffet met salades, broodjes en soep en op de achtergrond muziek van
een DJ die plaatjes draaide. Vanuit mijn ooghoek zag ik een plateau met
chocoladetaart, die aan het eind van de lunch wel aan de beurt zou komen met
koffie, dacht ik...Maar net op het moment dat ik van de tafel op wilde staan,
verdween het personeel met de overgebleven taart naar een tafel met stamgasten,
verdorie. Achteraf maar goed ook, want nog geen minuut later stond er een
serveerster naast onze tafel met nog twee borden Thaise curry, die blijkbaar
ook onderdeel van de lunch waren! Nu zaten we echt helemaal vol totaan het
ontbijt van de volgende ochtend bij Café Central, één van de vele traditionele
charmante koffiehuizen in de stad. Vanaf daar was het een korte wandeling naar
het Leopold museum, waar we een tentoonstelling over de Weense kunstenaars
Klimt en Schiele bezochten. Erg interessant om te lezen over het roerige korte leven
van beide mannen. Gustav Klimt die niet altijd gewaardeerd werd door de gevestigde
orde vanwege zijn erotisch getinte schilderijen en Egon Schiele, een groot
bewonderaar van Klimt aan wie hij ook veel advies vroeg, waarop Klimt vaak
antwoordde: “waarom vraag je dat aan mij, jij hebt veel meer schildertalent dan
ik.” Via een tentoonstelling over design van rookwaarpakjes uit de jaren
twintig verlieten we het museum en belandden we aan het eind van de middag in Kaffee
Alt Wien waar het bier lekker smaakte.
De volgende ochtend gingen we opnieuw naar de wijk Hietzing waar het beroemde paleis Schönbrunn staat, het zomerpaleis van de Habsburgers dat aan het begin van de 18e eeuw werd gebouwd. Gelukkig konden we ‘maar’ 40 van de 1400 vertrekken bewonderen, waaronder de werk- en privévertrekken van keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth (Sisi) en de spiegelzaal waar Mozart op 6-jarige leeftijd een concert gaf voor keizerin Maria Theresia. Na al deze pracht en praal lieten we het gele paleis achter ons en ’s avonds belandden we nog bij een soort van museumnacht in het MAK museum (Museum für Angewandte Kunst) Een onverwacht leuk bezoek, want naast potten en pannen en stoelen was er vooral ook veel contemporary art. Ik vond het museum eigenlijk leuker dan het moderne kunst museum Mumok dat we de volgende dag bezochten, maar misschien kwam dat ook wel omdat het halve museum gesloten was vanwege expositiewisselingen. Ook de Naschmarkt waar we daarna naartoe gingen viel een klein beetje tegen, ik kreeg een beetje het Leidseplein gevoel met van die restaurant eigenaren die je het restaurant in proberen te lokken. We lieten de dag van de culturele teleurstellingen snel achter ons en de volgende ochtend stonden we vroeg in de kou op de Weense begraafplaats, niet zomaar een begraafplaats, een complete stad leek het wel, waar zelfs bussen en auto’s rondreden. Niet meteen een plek om naartoe te gaan tijdens een citytrip, maar we hadden gelezen dat Brahms, Beethoven, Strauss en de zanger Falco hier begraven lagen, erg indrukwekkend allemaal. We namen de tram weer terug naar het centrum en liepen langs het kleurige Hundertwasserhaus. Na het vroege opstaan en het koude weer was het dan eindelijk tijd voor de enige echte Sacher torte in het statige Cafe Sacher. Een lekker taartje, maar niet zo bijzonder als ik de hele week gedacht en gehoopt had. Michael hoopte vooral dat hij het woord taart nu niet meer van mij hoefde te horen. Na een wandeling langs de Donau rivier en het Prater eindigden we de dag in de trendy ‘rooftopbar’ Dachboden, waar we op twee luie stoelen genietend van bier de avond over de stad zagen vallen, wauw wat een plek! Voordat we de volgende dag weer naar het vliegveld gingen, liepen we ’s ochtends nog langs alle kleurige graffiti langs het Donaukanaal. Nog een laatste blik op de Stephansdom en we verlieten de stad, een stad die veel leuker en vooral moderner was dan we van tevoren gedacht hadden en waar we vast nog een keer terug zullen komen, maar dan waarschijnlijk in de zomer.
De volgende ochtend gingen we opnieuw naar de wijk Hietzing waar het beroemde paleis Schönbrunn staat, het zomerpaleis van de Habsburgers dat aan het begin van de 18e eeuw werd gebouwd. Gelukkig konden we ‘maar’ 40 van de 1400 vertrekken bewonderen, waaronder de werk- en privévertrekken van keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth (Sisi) en de spiegelzaal waar Mozart op 6-jarige leeftijd een concert gaf voor keizerin Maria Theresia. Na al deze pracht en praal lieten we het gele paleis achter ons en ’s avonds belandden we nog bij een soort van museumnacht in het MAK museum (Museum für Angewandte Kunst) Een onverwacht leuk bezoek, want naast potten en pannen en stoelen was er vooral ook veel contemporary art. Ik vond het museum eigenlijk leuker dan het moderne kunst museum Mumok dat we de volgende dag bezochten, maar misschien kwam dat ook wel omdat het halve museum gesloten was vanwege expositiewisselingen. Ook de Naschmarkt waar we daarna naartoe gingen viel een klein beetje tegen, ik kreeg een beetje het Leidseplein gevoel met van die restaurant eigenaren die je het restaurant in proberen te lokken. We lieten de dag van de culturele teleurstellingen snel achter ons en de volgende ochtend stonden we vroeg in de kou op de Weense begraafplaats, niet zomaar een begraafplaats, een complete stad leek het wel, waar zelfs bussen en auto’s rondreden. Niet meteen een plek om naartoe te gaan tijdens een citytrip, maar we hadden gelezen dat Brahms, Beethoven, Strauss en de zanger Falco hier begraven lagen, erg indrukwekkend allemaal. We namen de tram weer terug naar het centrum en liepen langs het kleurige Hundertwasserhaus. Na het vroege opstaan en het koude weer was het dan eindelijk tijd voor de enige echte Sacher torte in het statige Cafe Sacher. Een lekker taartje, maar niet zo bijzonder als ik de hele week gedacht en gehoopt had. Michael hoopte vooral dat hij het woord taart nu niet meer van mij hoefde te horen. Na een wandeling langs de Donau rivier en het Prater eindigden we de dag in de trendy ‘rooftopbar’ Dachboden, waar we op twee luie stoelen genietend van bier de avond over de stad zagen vallen, wauw wat een plek! Voordat we de volgende dag weer naar het vliegveld gingen, liepen we ’s ochtends nog langs alle kleurige graffiti langs het Donaukanaal. Nog een laatste blik op de Stephansdom en we verlieten de stad, een stad die veel leuker en vooral moderner was dan we van tevoren gedacht hadden en waar we vast nog een keer terug zullen komen, maar dan waarschijnlijk in de zomer.
woensdag 17 februari 2016
Vip of Vop
Op een avond in november vroeg ik
Michael of hij weleens naar Wenen was geweest, nein, en ikzelf auch nicht.
Alhoewel we onze bedenkingen hadden over de Weense paardenkoetsjes, boekten we toch
maar een vliegticket, en over een paar dagen is het dan eindelijk zover dat we
gaan. Met een verlopen paspoort kom je niet ver, dus een paar weken geleden moest
ik eerst een nieuw paspoort regelen. Ik kan zeggen dat een pasfoto laten maken
na in de kou te hebben gefietst nou niet echt ideaal is, mijn gloeiende rode
winterwangen totaal in de spotlight! Blijkbaar vond de gemeente dat ook, want
toen ik het nieuwe paspoort ophaalde was ik blij verrast dat de kleurenfoto in
een zwart-wit exemplaar was veranderd, de komende tien jaar kan ik weer gephotoshopt
vooruit!
Maar voordat de koffers voor Wenen ingepakt konden worden,
waren er eerst nog een paar andere steden die we bezochten. Zoals een fijne
mooie wandeling door blubsie en over bruggetjes in de buurt van Landsmeer, een
bezoek aan een barbershop en de film The Revenant in Groningen; maar een belangrijk
bezoek was toch wel dat aan Rotterdam, voor Michaels halfjaarlijkse controle in
het ziekenhuis. De uitslag was gelukkig weer goed, de keerzijde was het nieuws dat de kuur die Michael heeft gehad toen
hij ziek was wel wat blijvende lichamelijke schade heeft veroorzaakt. Volgens
de arts was het “een zware kuur die, met alle respect, vaak wordt gebruikt voor
de wat ahum ‘oudere’ patiënt.” Positief als hij is, antwoordde Michael dat het in
ieder geval wel een “VIP” behandeling was, waarop de arts doldwaas
voorstelde om het in de toekomst misschien gewoon “VOP” (very old person) kuur te
noemen. Lachend kwamen we de spreekkamer uit om pas over een halfjaar weer
terug te hoeven komen. ’s Avonds vierden we het goede nieuws met een vriendin en
haar kinderen in Rotterdam, een gezellige avond bijpraten. Nu we toch op
tournee door Nederland waren, gingen we zaterdagavond bij vrienden in
Harderwijk op visite. Het was een leuke avond waar we qua wijnen door
verschillende landen reisden. En dan nu op naar de Oostenrijkse gloeiwijn!
dinsdag 2 februari 2016
Roeien over denkbeeldige wateren
De winter bleek maar van korte duur,
toen de dooi had ingezet waren wat hardnekkige hompjes sneeuw hier en daar het
enige wat je er nog aan herinnerde. Een schaatsritje over de Drachtstervaart
zat er dan ook niet in. Als Friezin denk je toch bij elk graadje vorst aan de
mogelijkheid om de schaatsen weer uit het vet te kunnen toveren, maar niks van
dit alles. Michael schudt af en toe zijn hoofd bij deze provinciale trekjes;
trouwens van de winterse stamppot hype, door hem ook wel stompot genoemd, moet
hij ook niets hebben, om over de Unox rookworst nog maar te zwijgen... Ach deze laatste
hoort sowieso niet thuis op onze weg naar een ‘healthy lifestyle’. Nu we
genieten van zoveel vrije tijd, hebben we ook eindelijk tijd om te
experimenteren met koken. Niet alleen voor ons, maar ook voor mijn ouders steeds
weer een verrassing wat er nu weer op tafel komt, gelukkig lijkt het meestal op
de foto uit het kookboek. Heerlijk om nieuwe dingen te proberen; de trainer van
de fitness club had tenslotte gezegd dat afvallen 20 procent sporten is en 80
procent voeding, daarmee bedoelde hij waarschijnlijk niet dat ik 80 procent van
de dag aan eten moet denken...Tijdens het fitnessen is er in ieder geval geen
tijd om na te denken over eten, we krijgen steeds een nieuw schema, want om
vooruitgang te boeken moeten we om de zoveel tijd nieuwe oefeningen doen; we
gooien onder andere met ballen in de lucht, zijn aan het gewichtheffen, zwaaien
met kettlebells, roeien over denkbeeldige wateren, lopen heuvels op waar geen
eind aan komt en worden elke keer getrakteerd op een buikspier kwartier. Een
vrouw die net een proefweek bij de fitness club had, sprak ons aan dat we ‘erg fanatiek
bezig waren zeg’, zouden we haar misschien afgeschrikt hebben? We hebben er in
ieder geval plezier in en gaan steeds een beetje vooruit, maar aan een
bodybuild- carrière beginnen we niet, dat laten we over aan de eiwitshake
drinkende krachtpatsers.
maandag 18 januari 2016
Wintersport in Friesland
Omdat
het afgelopen jaar vrijheid ons zo goed is bevallen, is ons goede voornemen voor
dit jaar om deze ´lifestyle´ nog maar even voort te zetten, zolang het kan... In
vergelijking met een jaar geleden is Michaels gezondheid namelijk wel een stuk verbeterd,
maar hij heeft nog niet het gevoel dat hij zijn maximale energie niveau heeft
bereikt. Na de nieuwjaarsborrel werd het dus weer tijd voor fitness. We gingen
weer naar dezelfde club als de vorige keer. We werden vrolijk begroet door de
medesporters die ons nog herkenden van de vorige keer en ook de personal
trainer stond te popelen om ons sportief af te beulen. En dat merkten we de
volgende dag, oef overal spierpijn, maar gekgenoeg was dát niet wat ons er
bijna van weerhield om de volgende ochtend weer te gaan, meer de onverwachte sneeuw
en ijzel. Maar onverwoestbaar als we waren, gingen we toch aan de slag met de
ruitenkrabber en kwamen er al snel achter dat, dat al een workout op zich was,
wat een dikke laag ijs. En zagen we nou mensen door de straat schaatsen? Een
vreemde gewaarwording. Na driekwartier ijs bikken kwam de auto tevoorschijn en
reden we naar de fitnessclub, om er vervolgens achter te komen dat de club niet
open was, haha, wat een domkoppen waren we zeg, maar wel heel gemotiveerde. Onze
spieren konden de rest van de week dus even noodgewongen herstellen. De
volgende maandag leek het dan weer een gewone week te worden, totdat we hoorden
dat David Bowie was overleden, bizar! De artiest waarover we op oudjaarsdag nog
een tentoonstelling in het Groninger museum hadden gezien. Dat maakte het zien
van de tentoonstelling ineens wel heel bijzonder...Afgelopen woensdag waren we
weer in Groningen en toen we langs het museum liepen zagen we eerbetonen die
mensen hadden achtergelaten, best indrukwekkend. Wij liepen naar de bioscoop voor
een zelfgeplande soort van filmmarathon dag. We begonnen rond twaalf uur ’s
middags met James Bond’s Spectre, perfecte tijd, we waren maar met vijf mensen
in de zaal, dat is nog eens genieten en de film zelf ook, actie! De volgende
film was Star Wars, “voor het eerst in mijn leven”, riep ik, waarop Michael in
ongeloof zijn hoofd schudde. Voor deze film was duidelijk meer animo en hoe! De
kaartverkoopster vond het blijkbaar handig om alle twintig bezoekers op
dezelfde stoelenrij te plaatsen, heb je een mega lege zaal en dan nog plant je
iedereen naast elkaar. Hierdoor kwam de rebel in ons boven en gingen we lekker
op een andere plaats zitten, may the force be with us! Een paar andere
bezoekers leken ook hun darkside te tonen, maar dan in de vorm van luid praten
gedurende de film en een zee van popcorn op de vloer achterlatend, de pigs!
Ondanks dat was de film goed, maar of ik ook de eerste delen wil zien? Toen we
de bioscoop uitliepen was het inmiddels alweer donker en sloten we de dag af met
een etentje bij eetcafé De Opera waar we een paar weken geleden ook waren
geweest. Het bioscoop bezoek had me enthousiast gemaakt voor meer culturele
uitstapjes en zo ging ik op zaterdagavond met mijn ouders naar een theatervoorstelling
van Paulien Cornelisse, supershow, zeker voor taalfreaks zoals ik. ’s Nachts had
het alweer gesneeuwd dus
maakten we zondag een winterwandeling en brachten onderweg een bezoek aan de Van Gogh tentoonstelling in het Karmelklooster. Daar werden 200 Van Gogh werken tentoongesteld, nou ja niet helemaal, het waren reprodukties in de oorspronkelijke kleurstelling, zoals Van Gogh ze op het moment van schilderen bedoeld had. Dus eigenlijk gewoon nepperds, maar wel kleurechter dan de echte.
maakten we zondag een winterwandeling en brachten onderweg een bezoek aan de Van Gogh tentoonstelling in het Karmelklooster. Daar werden 200 Van Gogh werken tentoongesteld, nou ja niet helemaal, het waren reprodukties in de oorspronkelijke kleurstelling, zoals Van Gogh ze op het moment van schilderen bedoeld had. Dus eigenlijk gewoon nepperds, maar wel kleurechter dan de echte.
zaterdag 2 januari 2016
Gelukkig Nieuwjaar!
De feestdagen zijn weer
voorbijgevlogen, het was een gezellige tijd met vooral ook veel ´parties´. De
zaterdag voor kerst hadden we een feest in een pub in Ringwood, waar een grote
groep oude bekenden van Michael bijelkaar was gekomen, waarvan hij sommigen
misschien al wel meer dan 20 jaar niet had gezien. Een aantal herkenden hem in
eerste instantie niet direct haha, how is it possible! Maar dan was het ineens,
“aaah you’re beady!!!” Was dat een goed of slecht teken? Al snel werd er verder
gepraat alsof het gisteren was. Helaas ging de pub al rond elf uur ’s avonds
dicht en namen we afscheid van iedereen; de meesten woonden in Ringwood, maar
wij moesten nog met de auto terug naar Fordingbridge. Omdat ik natuurlijk sinds
kort met onze Nederlandse auto de Engelse wegen van de New Forest verkende,
leek het mij een goed idee om als Bob mijn actieradius uit te breiden en de rit
van Ringwood naar Fordingbridge aan de lijst toe te voegen. Het was pikdonker,
maar het grote licht en de verlaten weg, maakten het een makkelijke rit. Een
paar dagen erna kon ik weer oefenen, want toen hadden we opnieuw een feest in
Ringwood. Dit keer niet in de pub maar in een feestzaal achter de bibliotheek
en met een andere groep mensen. Het was een ‘surprise birthday party’ voor een
oude bekende die inmiddels in Australië woont en die voor de feestdagen even
terug was in Ringwood. Ook hier werd ‘Beady’ warm onthaald. Een aantal mensen
herkende ik nog van een bruiloft van drie jaar geleden, waarvan ik één
herinnerde omdat hij toen op de bruiloft met opgerolde broekspijpen tot boven
de knie, uit zijn dak ging op de dansvloer en die op dit feest ook weer al zijn
bijzondere moves op de dansvloer tentoonstelde, gezellig! Veel tijd om bij te
komen van het feest was er niet, want de volgende avond, kerstavond, gingen we volgens
Britse traditie, naar de lokale pub. Iedereen was in kerststemming,
waarschijnlijk allemaal opgelucht dat alle kerstinkopen weer waren gedaan. Er
zullen vast veel mensen brak aan het kerstontbijt hebben gezeten...Op eerste
kerstdag gingen we na het kerstdiner, dat meestal midden op de middag genuttigd
wordt, op visite bij familie en vrienden. De kinderen van de vrienden hadden
het spel ‘pie face’ gekregen, dat natuurlijk getest moest worden. Je steekt je
hoofd door een kartonnen kaart en voor je zie je een uitgestrekte plastic hand
waar slagroom op zit. Vervolgens draai je zo vaak aan een hendeltje als de
spinner aangeeft en met elke draai stijgt de spanning van de plastic hand: zal
de slagroom in je gezicht belanden? Ja dus, haha, en wat de kinderen betrof
niet alleen op hun gezicht maar ook door de keuken, funny game! Tweede
kerstdag, boxing day, lieten we de nationale uitverkoop voor wat het was en
gingen we lekker koken voor het feest van die avond bij Michaels moeder thuis,
wat ook gezellig en laat werd. De volgende dagen kwam er van uitslapen niet
veel terecht, want we begonnen met inpakken voor onze reis naar Nederland. De
boot vertrok op vierde kerstdag om acht uur ’s avonds, maar om niet in een file
rond Londen terecht te komen, besloten we om al eerder op de middag richting
Dover te rijden en nog een tussenstop te maken bij een designer outlet in
Ashford, waar het vanwege de uitverkoop enorm druk was. We bleven dus niet al
te lang en waren optijd voor de boot in Dover en gelukkig begon men eerder met
laden dan normaalgesproken. De oversteek naar Frankrijk ging volgens schema,
alleen het vervolg van onze rit niet helemaal. Net voordat we van de boot af
zouden rijden waarschuwde een vriendelijke Duitser in de auto naast ons dat de
achterband van onze auto toch wel heel zacht leek en raadde ons aan om bij de
eerstvolgende benzinepomp er toch wel even naar te kijken. Scheisse, hier
stonden we niet op te wachten, maar advies van een gründliche Duitser sla je
natuurlijk niet in de wind. We stopten bij de eerstvolgende benzinepomp en
inderdaad, de band leek behoorlijk leeg. Ik wilde al haast de ANWB bellen, maar
Michael zei, ik ga niet de ANWB om hulp vragen om een beetje lucht in de banden
te pompen..das ook wel weer waar. We waren helaas net de luchtpompen voorbij
gereden, dus besloten we dat de band nog goed genoeg was om naar het volgende
station door te rijden. Bij het volgende station hadden we weer pech, nu stond
er een auto geparkeerd op de parkeerplaats naast de enige luchtpomp, verdorie!
Er stonden wat louche types naast te roken dus er zat niks anders op dan te
wachten totdat zij wegreden, gelukkig was dat na tien minuten. Met opgepompte
band konden we weer verder rijden, totdat ineens het benzine lampje begon te
branden. Normaal gesproken konden we van The New Forest in één keer naar de
laatste pomp in België rijden, maar vanwege onze designer outlet detour, hadden
we net wat meer kilometers gemaakt. Een beetje zenuwachtig hoopte ik dat het
benzinestation nu toch weleens in aantocht kwam en op het moment dat ik dacht
dat we met de auto langs de weg zouden komen te staan, doemde daar dan toch het
benzine station op, pffeew. De rest van de reis naar Friesland verliep zonder
obstakels en zo parkeerden we rond half vijf ’s ochtends bij mijn ouders voor
de deur. Het was een gezellig weerzien, maar veel tijd om bij te komen van de
reis was er niet, want op 30 december vertrokken we naar Groningen om oud &
nieuw te vieren met dezelfde vriendengroep als vorig jaar in Antwerpen. Het was
leuk om iedereen weer te zien en bij te praten, de eerste avond gingen we
lekker uit eten en op oudjaarsdag gingen we naar de David Bowie tentoonstelling
in het Groninger museum.
Superleuke tentoonstelling, wat een artiest en zo leuk
om te zien hoe iemand zoveel inspiratie opdoet uit verschillende dingen. Nog
onder de indruk van de Bowie tentoonstelling liepen we ’s middags door de stad
en aten oliebollen ‘on the go’. Voor we het wisten was het alweer tijd voor het
diner, maar helaas moesten we het restaurant al om half tien verlaten omdat ze
dichtgingen vanwege oud & nieuw. Al snel kwamen we erachter dat niet alleen
de restaurants dichtgingen, maar ook de kroegen, dus het was nog een hele klus
om een kroeg te vinden waar we twaalf uur het nieuwe jaar in konden luiden. Het
enige dat open was, was ‘het Gat van Groningen’ Inderdaad het putje van het
putje, waar een rare mix van mensen naar binnenkwam die allemaal tot dezelfde
kroeg veroordeeld waren. Alhoewel sommige bezoekers er geen problemen mee leken
te hebben om drank uit een bezoekster haar navel te drinken...Wij besloten om
net voor twaalf uur naar buiten te gaan om het vuurwerk mee te maken en
vuurwerk was er zeker, Michael grapte dat het leek alsof Nederland hun defensie
aan het testen was.Nadat het weer veilig was om je door de vuurwerkvrije zone te bewegen, gingen we naar café De Kar. We werden verwelkomd door een glaasje bubbels en muziek van Muse, dit jaar geen nonstop System of a Down, maar een avond vol jaren tachtig en negentig muziek zoals De La Soul, Beastie Boys, Daft Punk, AC/DC en een ode aan Motörhead. Rockend het nieuwe jaar in, wat voor moois zal dit jaar ons weer brengen?
Abonneren op:
Posts (Atom)