Na nog
een paar heuveltrainingen met de hardloopgroep had ik definitief besloten om
mee te doen aan de halve marathon op 27 november. Het was inmiddels anderhalve week
voor de race en langzamerhand tijd om de spieren te laten rusten en
koolhydraten te gaan ´stapelen´ zoals de pro´s dat noemen. Met andere woorden
veel uitslapen en goed eten, geen probleem dus voor mij. Perfecte timing voor
een relaxed weekendje weg naar Devon, naar Michaels vader. Onderweg naar het
westen ontvingen we toevallig een voicemailbericht van hem of we eventueel ook
zaterdag konden komen, vanwege een onverwacht drukke klus in Exmoor waarvan hij
niet wist hoe laat hij terug kon zijn. Hij had het bericht al veel eerder ingesproken,
maar vanwege slecht bereik in de regio hadden we het niet ontvangen. Wat te
doen, omkeren? Of toch door? Zijn vader bleek ook geen bereik te hebben en
Michaels broer was al bijna in Devon, dus we besloten toch maar door te rijden.
Bij aankomst parkeerden we de auto en net op het moment dat we uit wilden
stappen begon het keihard te regenen. We besloten maar even in de auto te
wachten, maar de regen hield niet echt op en de kou ook niet. We gingen samen
met Michaels broer naar een pub in het dorp en ondertussen begon de zoektocht
naar zijn vader die nog steeds onbereikbaar was. Via via vonden we elkaar
uiteindelijk en hadden een gezellige avond in een net nieuw geopend restaurant.
We eindigden aan de bar van het restaurant met een paar gezellige locals, de
eigenaars van het restaurant en een verdwaalde Portugees, die dacht dat hij ook
Spaans sprak, maar de Spaanse schoondochter van de eigenaar kon er niet veel
wijs uit worden. De volgende ochtend regende het nog steeds, maar een bui hield
Michael en mij niet tegen voor een dagje uit naar de ‘seaside’ towns Lynton en
Lynmouth. We reden via Exmoor National Park en onderweg zagen we fazanten,
paarden en huh een sneeuwpop, de eerste sneeuw van het jaar! Een leuke
verrassing, maar met onze zomerbanden en de steile gladde wegen, werd het
ineens een avontuurlijk uitstapje. Het was het helemaal waard, Lynton was een
pittoresk dorpje dat buiten het toeristenseizoen zelfs een beetje uitgestorven
leek. Vanaf daar wandelden we via een steil kustpad naar het lager gelegen
Lynmouth.
Via de Glen Lyn Gorge waterval kwamen we uit bij de baai en
realiseerden ons ineens dat we er een paar jaar geleden al een keer met
Michaels vader waren geweest, typical! We eindigden de middag in een trendy
koffie café en reden via Simonsbath, wat een plaatsnaam, terug naar Bampton. ’s
Avonds gingen we weer met z’n allen uit eten terwijl het buiten non-stop
regende en storm Angus door het dorp raasde. De volgende ochtend hoorden we van
Michaels vader dat er om half vier ’s nachts door de gemeente een
waarschuwingsbericht was doorgebeld voor overstromingsgevaar in het dorp. Gelukkig
viel het achteraf mee, maar een aantal dorpelingen was wel druk bezig water weg
te pompen uit hun tuin. We reden met de auto naar een rivier net buiten het
dorp om het zelf te aanschouwen. We parkeerden bij de voormalige ´Black Cat´
benzinepomp, waarvan de eigenaar Fred, himself, bladeren weg aan het harken was
bij de brug van de rivier. De bomen die normaal gesproken naast de rivier
stonden, stonden nu voor de helft onderwater en de rivier stroomde met zo´n
kracht en kabaal, dat Fred moeilijk te verstaan was. Na de lunch reden we terug
naar Fordingbridge en terwijl ik de rest van de week in pre-half marathon
rustmodus bleef, ging Michael elke dag naar de lessen van de sportschool. Zondag
was het dan eindelijk de dag, mijn eerste halve marathon. Michael bracht mij
naar de school in Downton waar alle hardlopers zich moesten registreren. Behoorlijk
zenuwachtig stond ik mijn startnummer op te spelden en al snel waren de anderen
van de hardloopgroep er ook, sommigen zelfs helemaal verkleed met snor en pruik
of als kerstelfen, wat je wel vaker ziet bij hardloop evenementen in Groot-Brittannië.
Om tien uur liepen we van de school naar het startpunt, waar we nog wat met
elkaar stonden te praten en voor ik het wist klonk het startschot en waren we
vertrokken. De zenuwen verdwenen en samen met Gus en Sue rende ik in een rustig
tempo over vals plat richting het dorp Woodgreen. Na ongeveer vijf kilometer
kwam de eerste waterpost in zicht, die was zeker nodig want het volgende deel
ging heuvelop richting het dorp Hale. Terwijl een aantal deelnemers verrast
werd door de heuvels en ging wandelen, renden wij rustig omhoog. Langs de route
werden we aangemoedigd door The New Forest Ponies en de anderen van de
hardloopgroep. Na Hale kwam het vlakke deel richting Purlieu, ongemerkt
versnelde ik een beetje en gelukkig herinnerde Gus mij eraan om misschien toch
iets gas terug te nemen, want ik was nog niet op de helft. Een goeie tip, want
het was lastig de afstand in te schatten met bordjes langs de routes die mijlen
aanduidden. Bij mijl negen werd het inderdaad moeilijker, net op het moment dat
we aan het gedeelte om Castle Hill begonnen. We zagen de snelste renners al op
de weg terug rennen, maar de sfeer was zo gemoedelijk dat iedereen elkaar
aanmoedigde. Op naar de 10 mijl langs het huis van kapper Darren, waar hij en
Michaels moeder in de tuin stonden aan te moedigen, dat gaf een extra boost en
toen het 11 mijl bordje in zicht kwam, wist ik het zeker, dit gaat echt lukken!
Nog een waterpost en na drie kleine heuvels renden we Downton weer in, de
laatste bocht door en de finish kwam in zicht, geweldig! Eén van de vrijwilligers
op de route was verbaasd dat ik nog kon lachen na 13 mijl, ikzelf ook. Nog een
laatste sprint, bliep op de tijdmat en daar stond Michael bij de finish. I did
it, wat een geweldig gevoel! Met de medaille om de nek liepen we met z´n allen
weer terug naar de school waar soep, brood en taart voor alle hardlopers
klaarstond. Daarna gingen we snel terug naar Fordingbridge waar een warm bad te
wachten stond. Dat was zeker nodig voor de spieren en vooral ook mijn knieën
die elke keer als ik de trap op liep protesteerden, no more hills! Oh jee, was
dit het begin van runnersknees? Maar volgens Michael hoefde ik daar niet bang
voor te zijn het waren gewoon OPK’s...old people knees...