Tussen
het schilderen door genoten we van de Engelse zomer, overdag klussen en ´s
avonds relaxen met een biertje in de tuin, het was tenslotte meer dan 25
graden. De verf droogde snel en zo hadden we mooi even de tijd om op visite te
gaan bij onze bevriende kapper die was verhuisd naar een appartement in het idyllische
dorp Woodgreen, niet ver van Fordingbridge.
Tijdens het koffiedrinken zagen we
veel toeristen voorbij wandelen, maar tot mijn verbazing ook een hele stoet
ezels, de dieren, die op weg waren naar de pub! Met zulke taferelen weet je
zeker dat je, je in The New Forest bevindt! Na een gezellige ochtend liepen we
met een nieuwe coupe naar buiten en gluurden nog even bij het dorpshuis naar binnen.
De muren waren namelijk beschilderd met dorpse taferelen uit de jaren dertig. We
werden door een dorpsbewoner ´betrapt´ en hij wilde deze ´toeristen’ maar wát
graag de binnenkant van het gebouw laten zien; dus haalde hij de sleutel op en
even later stonden we binnen. Heel bijzonder, want ook de grootvader van een
kennis van onze vriend stond op één van de muren afgebeeld. Maar het meest
bijzonder was nog, dat Michael vroeger naar feestjes in dit pand was geweest,
maar dat de muurschilderingen hem nog nooit waren opgevallen. Laten we het er
maar op houden dat, dat kwam omdat deze feestjes ’s avonds plaatsvonden. Na
anderhalve week was het schilderen klaar en zetten we de laatste dingen weer op
hun plek voordat we op 24 augustus om twee uur ’s ochtends in de auto stapten
om naar Dover te rijden. Ondanks dat we de hele dag en uren voor vertrek nog
niet hadden geslapen vonden we het heerlijk om ’s nachts te reizen, want dan is
het overal zo lekker rustig. We kwamen er al snel achter dat dan ook de meeste
wegwerkzaamheden plaatsvinden...De matrixborden boven de M3 snelweg ‘flashten’ ineens
het bericht dat de snelweg tussen afslag 5 en 3 was afgesloten. Gek genoeg heb
ik op dit soort momenten altijd de neiging om de berichten niet te geloven:
“misschien zijn ze het net aan het voorbereiden en is er nog een rijbaan open”,
“misschien is het een afschrikmethode om files te voorkomen”, “misschien is het”...gewoon
écht zo! De omleidingsborden stuurden ons naar een b-weg zodat we door schemerige
dorpen reden en het gevoel hadden dat we steeds verder van onze route raakten
en dat we de boot nu wel zouden missen. Met meer dan een half uur vertraging
konden we uiteindelijk de snelweg weer op en Michael probeerde de verloren tijd
in te halen. We zagen minstens vier keer flitsen in de lucht en waren er niet
helemaal zeker van of dit nu kwam door vrachtwagen lichten, bliksemflitsen of
flitspalen, maar één ding was wel zeker, we waren een kwartier voor vertrek in
Dover. Na nog een grondige douane controle belandden we uiteindelijk op de boot
en twee uur later reden we met een prachtige zonsopgang in Duinkerken van de
boot af. Dunkirk by day! Dat hadden we eigenlijk nog nooit gezien, meestal
reden we hier middenin de nacht, maar in dit geval had dat geen zin, omdat we
onderweg waren naar Rotterdam waar we een hotelkamer gereserveerd hadden waar
we toch niet voor 14:00 uur ’s middags konden inchecken. De reis ging goed,
totdat we bij Antwerpen in een lange file belandden, waardoor we een uur later
dan gedacht bij de P+R in Rotterdam aankwamen. We namen de metro naar het hotel
en werden daar persoonlijk begroet door één van de managers. Met onze slaperige
hoofden dachten we: “goh wat een vriendelijk welkom”, maar al snel begrepen we
dat dit met een reden was...onze kamer was dubbel geboekt en het hotel was vol,
maar geen probleem ze hadden voor ons een kamer gereserveerd in een ander hotel...slechts
een kilometer verderop...ach whatever, na dertig uur zonder slaap, met alleen
maar een powernap op de boot, stonden we de manager als zombies aan te gapen.
Voordat we in de lobby in slaap zouden vallen regelde de manager snel een taxi
om ons naar het Bilderberg Park hotel te brengen waar we een “executive room”
op de negende verdieping kregen, niet verkeerd, wat een uitzicht, zelfs op ons
oude appartement! Net zoals tijdens de zomers in ons oude appartement, was de
temperatuur op de hotelkamer ook boven de vijfendertig graden, maar helaas
konden de ramen niet open en bleek de airco kapot. Toen de monteur die gestuurd
was zei dat het niet normaal was om in zo’n sauna te overnachten, gingen we
terug naar de receptie. Nadat er gezegd was dat het hotel vol zat en we niet
naar een andere kamer konden verhuizen, bleek het na tien minuten toch wel te
kunnen. We gingen naar een andere verdieping en kwamen bij de deur van onze
nieuwe kamer oog in oog te staan met een andere hotelgast...hm kamer bezet. We
gingen weer terug naar de receptie en daar bleek dat de receptioniste het kamernummer
verkeerd had opgeschreven, een paar minuten later kwamen we dan eindelijk aan
in onze nieuwe kamer met uitzicht op een parkeerplaats, maar wel met werkende
airco! Door al het gedoe was onze hele middag siësta verkort tot een uurtje,
want ’s avonds gingen we eten bij Rotown en naar een concert van de band
Sunflower Bean, een New Yorkse band met een gitarist die me deed denken aan de hoofdrolspeler
van de film The Wedding Singer, maar die nog meer rockten dan ik verwacht had.
Na het coole optreden dronken we nog een paar slaapmutsjes op het terras en
liepen daarna voor een welverdiende nachtrust terug naar het hotel. De volgende
ochtend konden we niet uitslapen, want we gingen letterlijk nuchter voor
Michaels halfjaarlijkse APK naar het ziekenhuis. De dag verliep meteen al beter
dan de vorige, we konden meteen doorlopen naar de radiologie afdeling en vervolgens
werd Michael al opgewacht door de verpleging voor de volgende check, tot
ergernis van een aantal patiënten die al lange tijd in de wachtkamer zaten.
Deel één van de controle was klaar, we konden even gaan ontbijten en een rondje
door het centrum van Rotterdam lopen. Aan het begin van de middag waren we weer
terug in het ziekenhuis voor deel twee van de controle: de afspraak bij de
specialist. Alle uitslagen waren goed en opgelucht konden we het ziekenhuis
weer verlaten om er pas over een half jaar weer terug te komen. We checkten uit
bij het hotel en reden naar Friesland. Ook al waren we maar kort weggeweest,
door alle belevenissen leek het veel langer. Het was fijn om weer terug te zijn
op vlak terrein en we vierden de goede resultaten met een fietstocht naar en
een verjaardag in Donkerbroek. We hadden de fietssmaak te pakken want in eerste
weekend van september zaten we op de witte fietsen van Nationaal Park de Hoge
Veluwe.
We waren er al vroeg naartoe gereden om de nazomer toeristen te
ontwijken. Dat plan mislukte al snel, want hoewel we de eersten op de
parkeerplaats waren, parkeerde er al snel een auto pal naast ons en toen we op
de fiets naar het Kröller Muller museum zaten werden we door drie touringcars
ingehaald. Het museum was groot genoeg voor iedereen en we konden ongestoord de
Van Gogh collectie en alle andere meesters bewonderen. Daarna wandelden we nog
door de beeldentuin en ’s middags fietsten we door de prachtige bossen en over
de heidevlakten van het park. Het leek haast wel op The New Forest met als
enige verschil dat je er daar niet voor hoeft te betalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten