vrijdag 27 mei 2016

Go West!

Na zoveel uitstapjes in het zuiden van het land, werd het weer eens tijd om naar het westen te gaan voor een bezoekje aan Michaels vader in Devon. Blijkbaar hadden meer mensen hetzelfde plan, want het was behoorlijk druk op de tweebaansweg westwaarts. Gelukkig kon je af en toe wel inhalen, wanneer er ineens een derde rijbaan bijkwam voor afwisselend gebruik voor dan weer de ene weghelft en dan weer de andere weghelft. Dus als je een slome weggebruiker in wilde halen was het zaak dat je dat ook echt even plankgas deed, no limits! We zagen dat een auto voor ons andere weggebruikers een beetje irriteerde door onder de maximale snelheid in te halen, iets wat we in het Nederlandse verkeer ook regelmatig zien. Toen we dichterbij kwamen bleek het zowaar nog een Nederlander te zijn ook! Uiteindelijk kwamen we aan in het dorp, tegelijk met Michaels vader, die na een lange werkdag zijn pick-up parkeerde. Samen met zijn werklieden dronken we een aantal pints in de pub, behalve de alcoholvrije lad van de groep, Howie. Wel respect hoor als je omringd wordt door zoveel verschillende bieren op de tap. Inmiddels was Michaels broer ook aangekomen en gingen we met z’n vieren verder naar een volgende pub waar we een aperitief pint dronken voordat we voor het hoofdgerecht naar de derde pub gingen, die sinds korte tijd weer was geopend. We werden vriendelijk begroet door de nieuwe eigenaren en er hing een gezellige sfeer. Tijdens het eten kwam er een groep folk muzikanten de pub binnen en begon spontaan te spelen.
Het was een vrolijk gezelschap: één speelde op de banjo, de ander op een fluit en weer een ander had een drum in de hand met een kwastje. Waarschijnlijk was dit niet de eerste pub die ze die avond bezochten want een vrouw van de groep zat met kleine toegeknepen ogen op een stoel met een sambabal in haar hand en leek elk moment in slaap te kunnen vallen en een man van de groep haalde op een gegeven moment een uit hout gesneden marionet-eend tevoorschijn die hij onder luid gelach op een stuk hout liet dansen. Op de achtergrond dansten een paar locals met zonnebril op, waarschijnlijk verkeerden zij in dezelfde staat als sommige bandleden. We sloten de avond af met een goed glas whisky. De volgende ochtend waren we alweer vroeg op, Michaels vader was aan het werk op een landgoed in de buurt en zei dat we wel even langs konden komen zodat hij ons een rondleiding kon geven. Zo reden we even later met onze statige Ford Fiësta over de oprijlaan naar het landhuis. Vanaf de terrassen had je uitzicht op de vijvers en op het dorp in het dal. Aan de achterkant van het huis was een aparte parkeerplaats voor de werklui, de tuinman en de schoonmaakster hadden allebei hun eigen huis op het erf, zelfs de kippen hadden een eigen ‘cottage’. Het zwembad zag er een beetje verlaten uit, maar er werd waarschijnlijk af en toe wel een feestje gegeven gezien de drankvoorraad in de buitenkeuken. Na de rondleiding gingen we weer naar het ‘gepeupel’ in het dorp, waar het Spring Fest festival aan de gang was. Her en der door het dorp stonden kraampjes waar men lokale producten kon proeven en kinderen konden hun teddybeer laten parachutespringen vanaf de kerktoren. Toen we bijna weer bij huis waren, zagen we ook de bandleden van de vorige avond lopen, inmiddels had de vrouw in ieder geval haar ogen weer open, maar de man met de marionet-eend was nergens te bekennen. ’s Avonds reden we met z’n allen naar Dulverton, het dorp waar Michaels vader eerst woonde. We kwamen terecht bij Woods bar & restaurant waarvan zijn vorige buurman, een echte wijnkenner, de eigenaar is. Het was leuk om hem weer te zien en we genoten van de wijnen, bieren en het heerlijke eten. Het werd later en later en het was geen optie meer om met eigen auto terug te rijden. Michaels vader zei, “geen probleem, ik bel gewoon een taxi.” We keken elkaar aan en dachten nog, hoe gaat hij op dit uur in dit dorp een taxi regelen? Maar voor we het wisten stond er één voor de deur...poor Howie! Hij racete ons over de bochtige wegen terug naar Bampton en we waren nog net op tijd voor een slaapmutsje in de pub om de hoek. De volgende dag reden we weer terug naar The New Forest en maandagochtend stonden we weer klaar voor een detox bij de circuit fitness les. Alsof dat nog niet genoeg was, werd er op woensdagavond nog een 11 kilometer hardloopsessie georganiseerd door een mede hardloper. Het had de hele dag geregend, maar op het moment van vertrek scheen gelukkig de zon, helaas zou dat niet lang duren, de gele raapzaadvelden staken af bij de zwarte luchten en even later renden we door hagel- en onweersbuien naar een groepje bomen om te schuilen, how refreshing! Nog bijkomend van de ene run werd ik alweer uitgenodigd voor de volgende op zaterdagochtend, maar ik had gelukkig een goed excuus, want die vrijdagavond gingen we naar vrienden in Chichester. We gingen eerst naar de kerk, waar men in plaats van wijn en brood, bier en burgers serveerden! Alhoewel we te laat waren voor de burgers, omdat de keuken net gesloten was, genoten we in een luie stoel van de tot trendy bar omgebouwde kerk. Voor de burger moesten we uiteindelijk toch naar een andere pub verhuizen. Met Japans bier proostten we op  de geslaagde avond en de volgende ochtend reden we moe maar voldaan via Portsmouth weer terug naar Fordingbridge, waar we op woensdag opnieuw proostten; deze keer op mijn verjaardag. Het was een gezellige dag met veel kaarten, bloemen, en steak tijdens de lunch in restaurant The George, the icing on the (birthday)cake!

donderdag 12 mei 2016

Cuckoo on Wick Lane

Ook al skipten we Koningsdag dit jaar, daarvoor in de plaats was er ‘May Day bank holiday’, een nationale vrije dag op de eerste maandag van mei. Overal worden dan het hele weekend festiviteiten georganiseerd om de komst van de zomer te markeren. Traditiegetrouw wordt er rond de Meiboom gedanst, het zogenaamde Maypole Dancing, waarbij dansers gekleurde linten vasthouden die aan de bovenkant van een paal bevestigd zijn en zo tijdens het dansen om de paal gewikkeld worden. ´Morris Dancing´ is ook favoriet, waarbij een groep dansers in een cirkel dansen en met een witte zakdoek zwaaien of met korte stokken tegen elkaar aanslaan op de klanken van accordeon muziek; dat is weer eens wat anders dan de klompendans. In aanloop naar de festiviteiten zagen we in Downton overal posters en folders voor de jaarlijkse Cuckoo Fair en ook de leden van de sportclub raadden ons aan om zeker een kijkje te nemen, ach waarom ook niet. Zaterdag 30 april werd Cuckoo Fair dag, dat inderdaad een populair evenement was. Filevorming in het dorp en zelfs bedrijventerreinen waren aangewezen als tijdelijke parkeerterreinen. We hadden geluk om nog een geïmproviseerde parkeerplaats te bemachtigen en de vrijwilligers wezen ons de weg naar de braderie in het dorp: “bij de vriezer unit naar rechts, links en dan rechtdoor achter de meute aan!”  Het was veel groter dan ik had gedacht, rijen kramen met ambachtelijke producten, ‘men stalls’ waar verschillende ciders en real ales getest konden worden, ijsjes en patat etende mensen en een optreden van ‘The Plonkers Agricultural Orchestra’. Het was leuk om te zien hoe een anders rustig dorp helemaal tot leven kwam. Ondanks de nationale vrije dag, was de sportclub op maandag wel geopend en tijdens het sporten hadden we uitzicht op de rommelmarkt, car boot sale, op het sportveld en de zweetlucht werd overstemd door de geur van bbq bacon en gegrilde worst. Aan het einde van de week rende ik weer met de hardloopclub mee, dit keer stond sprinten op heuvels op het programma, poeh, dat was nieuw voor mij, de anderen van de groep die deze venijnige heuvel al kenden, moedigden mij aan met een “Welcome to Wick Lane Erika”. De beloning was een mooi uitzicht en een afdaling door de goudgele raapzaadvelden en een kop koffie na afloop. De viering van de komst van de zomer had blijkbaar geholpen, want afgelopen weekend konden we genieten van zomerse temperaturen, volgens de kranten zelfs warmer dan Zuid-Spanje! Op zondagochtend reden we in alle vroegte naar Lulworth Cove aan de ‘Jurassic Coast’, een deel van de zuidkust dat op de werelderfgoedlijst staat. 
Een paar jaar geleden waren we hier al een keer geweest, maar de kustbenamingen alleen al waren een tweede bezoek waard. We wandelden over de coastal pathway van Lulworth Cove, via Durdle Door en Scratchy Bottom naar Bat’s Head! Gelukkig waren we dit keer fitter dan de vorige keer en wandelden de steile kliffen makkelijk op en af en hadden uitzicht op de helderblauwe zee en kalkrotsformaties en eindigden op Bat’s Head een stuk klif dat uitsteekt in zee met steile kanten. Michael had het stuk al eerder gespot en, living on the edge, ging meteen op de punt staan. Uiteindelijk was ik ook overtuigd van het avontuur, en keek maar niet naar beneden, maar naar het fantastische uitzicht op de kust!
Tegen lunchtijd liepen we naar het strand voor een picknick. Inmiddels was het al veel drukker geworden, maar wonder boven wonder nog steeds niet zo druk als op een zonnige dag in Scheveningen. Met hernieuwde kracht namen we de avontuurlijke route weer omhoog: al klauterend langs een touw de kliffen op...mayday, mayday!