Met de
wind in de rug duurde de vlucht van Wenen naar Schiphol korter dan gedacht. We
kwamen er al snel achter dat je van zulke momenten moet genieten, want eenmaal
op het treinstation van Schiphol zagen we dat de vertraging van onze trein naar
Heerenveen opliep. Dit gaf ons wel mooi de tijd om nog even ergens te proosten
op de leuke week. En het rondzwerven op Schiphol was zo erg nog niet, het had wel
wat gezelligs, de mengelmoes van verschillende mensen die zich allemaal in hun
eigen tijdzones bevonden. Wat me bij terugkomst in Nederland vooral opviel was het
luide gepraat en de informele bediening, misschien kwam het ook wel vanwege
mijn Nederlandse programmering zodat ik alles wat er om me heen gezegd werd
onbewust opving, goed of slecht? Ach het is maar wat je gewend bent. Het was in
ieder geval leuk om het contrast van groene weides en blauwe luchten weer te
zien. Het werd nu dus ook tijd om af te kicken van de Weense koffies en torte
en de fitness weer op te pakken. De fitnesstrainer vond dit ook een goed idee
en nodigde ons meteen uit voor een leuke les die hij op maandagavond gaf, de hiit
training, slechts een half uurtje trainen, niet gek dacht ik. Dat de training
aanvoelde alsof het een uur geduurd had, kwam ik later achter, de afkorting
klopte inderdaad: hoge intensiteit interval training. Gelukkig stond er ter
afwisseling een gezellig avondje op het programma; op woensdag 2 maart
vertrokken we naar Amsterdam waar we samen met een vriendin naar een concert
van de Libertines in Paradiso gingen.
Totaal verregend kwamen we nog net optijd
bij de zaal aan, wel de perfecte timing, want toen we binnenkwamen begon de
band meteen het eerste nummer, Barbarians, te spelen, de sfeer zat er meteen
goed in! Vanaf het balkon hadden we goed zicht op het podium en op de good old
moshpit ervoor. Zowel de band als het publiek gaf alles en Pete en Carl zongen
harmonieus door de mic alsof ze altijd ‘best friends’ waren geweest, ja de band
was zeker weer op het goed pad, wat een avond! We vroegen ons wel af hoe de
bandleden met hun junkieverleden de nacht in Amsterdam zouden doorstaan...Wij
verlieten Paradiso na het concert en kwamen via de Ierse pub bij de Bourbon
Street bar terecht, waar ook een gezellige band speelde. Om half vier vonden we
het mooi geweest, zeker voor een doordeweekse avond. We verlieten de bar en
hoopten dat we de plek konden onthouden voor een volgende keer. Terwijl we
terugliepen naar onze slaapplaats zagen we dat Mr. Carl Barât ook een gezellige
avond had; hij kruiste ons pad met zijn bodyguard en twee ‘young chicks’ aan
zijn zij, rock ’n roll!
zaterdag 19 maart 2016
zaterdag 5 maart 2016
Gruss Gott!
Op
vrijdagmiddag 19 februari landden we op Flughafen Wien-Schwegat. Onder het
genot van een Wiener Melange koffie overlegden we hoe we naar het centrum
zouden gaan. Er waren namelijk twee opties: reizen met een overpriced
hogesnelheidstrein of voor een prikkie met de S-bahn. Wij kozen voor de laatste
optie en binnen een half uur waren we in het centrum. Het hotel was makkelijk
te vinden en was helemaal gehuld in ‘Sisi’ sfeer, gemütlich! Na een goede
nachtrust waren we de volgende ochtend klaar om de stad te gaan verkennen. We begonnen
met een wandeling naar de Karmelitermarkt op een paar minuten lopen van het
hotel. Een kleinschalige markt waar op zaterdag veel lokale producten worden
verkocht en vooral ook koosjere producten, want de markt bevindt zich in de
Joodse wijk, Leopoldstadt, een hippe wijk in opkomst met veel studenten en
kunstenaars. Na het slenteren over de markt liepen we via een brug over het
Donaukanaal naar het centrum. Wat een uitzicht! In de verte zagen we de
Stephansdom boven de oude gebouwen uitsteken en de kademuren van het kanaal
waren vrolijk gekleurd door graffiti. Zo leek het kanaal wel de grens tussen
het hippe deel van de stad en het statige deel van de binnenstad. Toen we in
het centrum aankwamen kwamen de eerste paardenkoetsjes, fiakers, ons al
tegemoet. Deze leken zelfs uitgerust met een soort van ‘poop-scoop’ systeem,
maar aan de straten te zien werkte dat niet helemaal. We liepen door de brede
winkelstraat Graben en kwamen voor de lunch uit bij een vegetarisch restaurant,
wat blijkbaar zo populair was dat er geen plaats meer was, maar geen probleem,
er werd voor ons een tafeltje geïmproviseerd achter een gordijn in de keuken! De
rest van de dag verdwaalden we vrijwillig in de stad en liepen langs de vele
mooie statige gebouwen. De volgende ochtend namen we de U-bahn naar de
dierentuin, niet een attractie waar je meteen aan denkt, maar dit was wel een
hele mooie en de oudste van Europa. Van de vissen via de leeuwen naar de panda´s,
die gezellig met een bamboestok aan het spelen waren. Leuk om te zien, maar nog
leuker om te zien waren de bezoekers die stonden te duwen om het lieve dier op
de foto te zetten gevolgd door een geïrriteerd ‘tsuhh’ geluid wanneer de panda
niet naar de lens wilde kijken en hen lekker de rug toekeerde, wat een
vertoning. We gingen verder naar de geiten waar een oud vrouwtje naast ons
stond te kijken en vanuit het niets riep: “sieben! sieben stück! Druk knikkend
in de richting van de kleine geitjes. Via de ijsberen, het regenwoud, de meerkatten
en de pinguins kwamen we weer bij de uitgang. Het was inmiddels wel een paar
uur verder en we waren nog net op tijd voor een lunch bij een ander vegetarisch
restaurant waar we over hadden gelezen. Vanwege de zondag konden we aanschuiven
aan een buffet met salades, broodjes en soep en op de achtergrond muziek van
een DJ die plaatjes draaide. Vanuit mijn ooghoek zag ik een plateau met
chocoladetaart, die aan het eind van de lunch wel aan de beurt zou komen met
koffie, dacht ik...Maar net op het moment dat ik van de tafel op wilde staan,
verdween het personeel met de overgebleven taart naar een tafel met stamgasten,
verdorie. Achteraf maar goed ook, want nog geen minuut later stond er een
serveerster naast onze tafel met nog twee borden Thaise curry, die blijkbaar
ook onderdeel van de lunch waren! Nu zaten we echt helemaal vol totaan het
ontbijt van de volgende ochtend bij Café Central, één van de vele traditionele
charmante koffiehuizen in de stad. Vanaf daar was het een korte wandeling naar
het Leopold museum, waar we een tentoonstelling over de Weense kunstenaars
Klimt en Schiele bezochten. Erg interessant om te lezen over het roerige korte leven
van beide mannen. Gustav Klimt die niet altijd gewaardeerd werd door de gevestigde
orde vanwege zijn erotisch getinte schilderijen en Egon Schiele, een groot
bewonderaar van Klimt aan wie hij ook veel advies vroeg, waarop Klimt vaak
antwoordde: “waarom vraag je dat aan mij, jij hebt veel meer schildertalent dan
ik.” Via een tentoonstelling over design van rookwaarpakjes uit de jaren
twintig verlieten we het museum en belandden we aan het eind van de middag in Kaffee
Alt Wien waar het bier lekker smaakte.
De volgende ochtend gingen we opnieuw naar de wijk Hietzing waar het beroemde paleis Schönbrunn staat, het zomerpaleis van de Habsburgers dat aan het begin van de 18e eeuw werd gebouwd. Gelukkig konden we ‘maar’ 40 van de 1400 vertrekken bewonderen, waaronder de werk- en privévertrekken van keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth (Sisi) en de spiegelzaal waar Mozart op 6-jarige leeftijd een concert gaf voor keizerin Maria Theresia. Na al deze pracht en praal lieten we het gele paleis achter ons en ’s avonds belandden we nog bij een soort van museumnacht in het MAK museum (Museum für Angewandte Kunst) Een onverwacht leuk bezoek, want naast potten en pannen en stoelen was er vooral ook veel contemporary art. Ik vond het museum eigenlijk leuker dan het moderne kunst museum Mumok dat we de volgende dag bezochten, maar misschien kwam dat ook wel omdat het halve museum gesloten was vanwege expositiewisselingen. Ook de Naschmarkt waar we daarna naartoe gingen viel een klein beetje tegen, ik kreeg een beetje het Leidseplein gevoel met van die restaurant eigenaren die je het restaurant in proberen te lokken. We lieten de dag van de culturele teleurstellingen snel achter ons en de volgende ochtend stonden we vroeg in de kou op de Weense begraafplaats, niet zomaar een begraafplaats, een complete stad leek het wel, waar zelfs bussen en auto’s rondreden. Niet meteen een plek om naartoe te gaan tijdens een citytrip, maar we hadden gelezen dat Brahms, Beethoven, Strauss en de zanger Falco hier begraven lagen, erg indrukwekkend allemaal. We namen de tram weer terug naar het centrum en liepen langs het kleurige Hundertwasserhaus. Na het vroege opstaan en het koude weer was het dan eindelijk tijd voor de enige echte Sacher torte in het statige Cafe Sacher. Een lekker taartje, maar niet zo bijzonder als ik de hele week gedacht en gehoopt had. Michael hoopte vooral dat hij het woord taart nu niet meer van mij hoefde te horen. Na een wandeling langs de Donau rivier en het Prater eindigden we de dag in de trendy ‘rooftopbar’ Dachboden, waar we op twee luie stoelen genietend van bier de avond over de stad zagen vallen, wauw wat een plek! Voordat we de volgende dag weer naar het vliegveld gingen, liepen we ’s ochtends nog langs alle kleurige graffiti langs het Donaukanaal. Nog een laatste blik op de Stephansdom en we verlieten de stad, een stad die veel leuker en vooral moderner was dan we van tevoren gedacht hadden en waar we vast nog een keer terug zullen komen, maar dan waarschijnlijk in de zomer.
De volgende ochtend gingen we opnieuw naar de wijk Hietzing waar het beroemde paleis Schönbrunn staat, het zomerpaleis van de Habsburgers dat aan het begin van de 18e eeuw werd gebouwd. Gelukkig konden we ‘maar’ 40 van de 1400 vertrekken bewonderen, waaronder de werk- en privévertrekken van keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth (Sisi) en de spiegelzaal waar Mozart op 6-jarige leeftijd een concert gaf voor keizerin Maria Theresia. Na al deze pracht en praal lieten we het gele paleis achter ons en ’s avonds belandden we nog bij een soort van museumnacht in het MAK museum (Museum für Angewandte Kunst) Een onverwacht leuk bezoek, want naast potten en pannen en stoelen was er vooral ook veel contemporary art. Ik vond het museum eigenlijk leuker dan het moderne kunst museum Mumok dat we de volgende dag bezochten, maar misschien kwam dat ook wel omdat het halve museum gesloten was vanwege expositiewisselingen. Ook de Naschmarkt waar we daarna naartoe gingen viel een klein beetje tegen, ik kreeg een beetje het Leidseplein gevoel met van die restaurant eigenaren die je het restaurant in proberen te lokken. We lieten de dag van de culturele teleurstellingen snel achter ons en de volgende ochtend stonden we vroeg in de kou op de Weense begraafplaats, niet zomaar een begraafplaats, een complete stad leek het wel, waar zelfs bussen en auto’s rondreden. Niet meteen een plek om naartoe te gaan tijdens een citytrip, maar we hadden gelezen dat Brahms, Beethoven, Strauss en de zanger Falco hier begraven lagen, erg indrukwekkend allemaal. We namen de tram weer terug naar het centrum en liepen langs het kleurige Hundertwasserhaus. Na het vroege opstaan en het koude weer was het dan eindelijk tijd voor de enige echte Sacher torte in het statige Cafe Sacher. Een lekker taartje, maar niet zo bijzonder als ik de hele week gedacht en gehoopt had. Michael hoopte vooral dat hij het woord taart nu niet meer van mij hoefde te horen. Na een wandeling langs de Donau rivier en het Prater eindigden we de dag in de trendy ‘rooftopbar’ Dachboden, waar we op twee luie stoelen genietend van bier de avond over de stad zagen vallen, wauw wat een plek! Voordat we de volgende dag weer naar het vliegveld gingen, liepen we ’s ochtends nog langs alle kleurige graffiti langs het Donaukanaal. Nog een laatste blik op de Stephansdom en we verlieten de stad, een stad die veel leuker en vooral moderner was dan we van tevoren gedacht hadden en waar we vast nog een keer terug zullen komen, maar dan waarschijnlijk in de zomer.
Abonneren op:
Posts (Atom)