zaterdag 19 maart 2016

Hiit

Met de wind in de rug duurde de vlucht van Wenen naar Schiphol korter dan gedacht. We kwamen er al snel achter dat je van zulke momenten moet genieten, want eenmaal op het treinstation van Schiphol zagen we dat de vertraging van onze trein naar Heerenveen opliep. Dit gaf ons wel mooi de tijd om nog even ergens te proosten op de leuke week. En het rondzwerven op Schiphol was zo erg nog niet, het had wel wat gezelligs, de mengelmoes van verschillende mensen die zich allemaal in hun eigen tijdzones bevonden. Wat me bij terugkomst in Nederland vooral opviel was het luide gepraat en de informele bediening, misschien kwam het ook wel vanwege mijn Nederlandse programmering zodat ik alles wat er om me heen gezegd werd onbewust opving, goed of slecht? Ach het is maar wat je gewend bent. Het was in ieder geval leuk om het contrast van groene weides en blauwe luchten weer te zien. Het werd nu dus ook tijd om af te kicken van de Weense koffies en torte en de fitness weer op te pakken. De fitnesstrainer vond dit ook een goed idee en nodigde ons meteen uit voor een leuke les die hij op maandagavond gaf, de hiit training, slechts een half uurtje trainen, niet gek dacht ik. Dat de training aanvoelde alsof het een uur geduurd had, kwam ik later achter, de afkorting klopte inderdaad: hoge intensiteit interval training. Gelukkig stond er ter afwisseling een gezellig avondje op het programma; op woensdag 2 maart vertrokken we naar Amsterdam waar we samen met een vriendin naar een concert van de Libertines in Paradiso gingen.
Totaal verregend kwamen we nog net optijd bij de zaal aan, wel de perfecte timing, want toen we binnenkwamen begon de band meteen het eerste nummer, Barbarians, te spelen, de sfeer zat er meteen goed in! Vanaf het balkon hadden we goed zicht op het podium en op de good old moshpit ervoor. Zowel de band als het publiek gaf alles en Pete en Carl zongen harmonieus door de mic alsof ze altijd ‘best friends’ waren geweest, ja de band was zeker weer op het goed pad, wat een avond! We vroegen ons wel af hoe de bandleden met hun junkieverleden de nacht in Amsterdam zouden doorstaan...Wij verlieten Paradiso na het concert en kwamen via de Ierse pub bij de Bourbon Street bar terecht, waar ook een gezellige band speelde. Om half vier vonden we het mooi geweest, zeker voor een doordeweekse avond. We verlieten de bar en hoopten dat we de plek konden onthouden voor een volgende keer. Terwijl we terugliepen naar onze slaapplaats zagen we dat Mr. Carl Barât ook een gezellige avond had; hij kruiste ons pad met zijn bodyguard en twee ‘young chicks’ aan zijn zij, rock ’n roll! 

zaterdag 5 maart 2016

Gruss Gott!

Op vrijdagmiddag 19 februari landden we op Flughafen Wien-Schwegat. Onder het genot van een Wiener Melange koffie overlegden we hoe we naar het centrum zouden gaan. Er waren namelijk twee opties: reizen met een overpriced hogesnelheidstrein of voor een prikkie met de S-bahn. Wij kozen voor de laatste optie en binnen een half uur waren we in het centrum. Het hotel was makkelijk te vinden en was helemaal gehuld in ‘Sisi’ sfeer, gemütlich! Na een goede nachtrust waren we de volgende ochtend klaar om de stad te gaan verkennen. We begonnen met een wandeling naar de Karmelitermarkt op een paar minuten lopen van het hotel. Een kleinschalige markt waar op zaterdag veel lokale producten worden verkocht en vooral ook koosjere producten, want de markt bevindt zich in de Joodse wijk, Leopoldstadt, een hippe wijk in opkomst met veel studenten en kunstenaars. Na het slenteren over de markt liepen we via een brug over het Donaukanaal naar het centrum. Wat een uitzicht! In de verte zagen we de Stephansdom boven de oude gebouwen uitsteken en de kademuren van het kanaal waren vrolijk gekleurd door graffiti. Zo leek het kanaal wel de grens tussen het hippe deel van de stad en het statige deel van de binnenstad. Toen we in het centrum aankwamen kwamen de eerste paardenkoetsjes, fiakers, ons al tegemoet. Deze leken zelfs uitgerust met een soort van ‘poop-scoop’ systeem, maar aan de straten te zien werkte dat niet helemaal. We liepen door de brede winkelstraat Graben en kwamen voor de lunch uit bij een vegetarisch restaurant, wat blijkbaar zo populair was dat er geen plaats meer was, maar geen probleem, er werd voor ons een tafeltje geïmproviseerd achter een gordijn in de keuken! De rest van de dag verdwaalden we vrijwillig in de stad en liepen langs de vele mooie statige gebouwen. De volgende ochtend namen we de U-bahn naar de dierentuin, niet een attractie waar je meteen aan denkt, maar dit was wel een hele mooie en de oudste van Europa. Van de vissen via de leeuwen naar de panda´s, die gezellig met een bamboestok aan het spelen waren. Leuk om te zien, maar nog leuker om te zien waren de bezoekers die stonden te duwen om het lieve dier op de foto te zetten gevolgd door een geïrriteerd ‘tsuhh’ geluid wanneer de panda niet naar de lens wilde kijken en hen lekker de rug toekeerde, wat een vertoning. We gingen verder naar de geiten waar een oud vrouwtje naast ons stond te kijken en vanuit het niets riep: “sieben! sieben stück! Druk knikkend in de richting van de kleine geitjes. Via de ijsberen, het regenwoud, de meerkatten en de pinguins kwamen we weer bij de uitgang. Het was inmiddels wel een paar uur verder en we waren nog net op tijd voor een lunch bij een ander vegetarisch restaurant waar we over hadden gelezen. Vanwege de zondag konden we aanschuiven aan een buffet met salades, broodjes en soep en op de achtergrond muziek van een DJ die plaatjes draaide. Vanuit mijn ooghoek zag ik een plateau met chocoladetaart, die aan het eind van de lunch wel aan de beurt zou komen met koffie, dacht ik...Maar net op het moment dat ik van de tafel op wilde staan, verdween het personeel met de overgebleven taart naar een tafel met stamgasten, verdorie. Achteraf maar goed ook, want nog geen minuut later stond er een serveerster naast onze tafel met nog twee borden Thaise curry, die blijkbaar ook onderdeel van de lunch waren! Nu zaten we echt helemaal vol totaan het ontbijt van de volgende ochtend bij Café Central, één van de vele traditionele charmante koffiehuizen in de stad. Vanaf daar was het een korte wandeling naar het Leopold museum, waar we een tentoonstelling over de Weense kunstenaars Klimt en Schiele bezochten. Erg interessant om te lezen over het roerige korte leven van beide mannen. Gustav Klimt die niet altijd gewaardeerd werd door de gevestigde orde vanwege zijn erotisch getinte schilderijen en Egon Schiele, een groot bewonderaar van Klimt aan wie hij ook veel advies vroeg, waarop Klimt vaak antwoordde: “waarom vraag je dat aan mij, jij hebt veel meer schildertalent dan ik.” Via een tentoonstelling over design van rookwaarpakjes uit de jaren twintig verlieten we het museum en belandden we aan het eind van de middag in Kaffee Alt Wien waar het bier lekker smaakte.
De volgende ochtend gingen we opnieuw naar de wijk Hietzing waar het beroemde paleis Schönbrunn staat, het zomerpaleis van de Habsburgers dat aan het begin van de 18e eeuw werd gebouwd. Gelukkig konden we ‘maar’ 40 van de 1400 vertrekken bewonderen, waaronder de werk- en privévertrekken van keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth (Sisi) en de spiegelzaal waar Mozart op 6-jarige leeftijd een concert gaf voor keizerin Maria Theresia. Na al deze pracht en praal lieten we het gele paleis achter ons en ’s avonds belandden we nog bij een soort van museumnacht in het MAK museum (Museum für Angewandte Kunst) Een onverwacht leuk bezoek, want naast potten en pannen en stoelen was er vooral ook veel contemporary art. Ik vond het museum eigenlijk leuker dan het moderne kunst museum Mumok dat we de volgende dag bezochten, maar misschien kwam dat ook wel omdat het halve museum gesloten was vanwege expositiewisselingen. Ook de Naschmarkt waar we daarna naartoe gingen viel een klein beetje tegen, ik kreeg een beetje het Leidseplein gevoel met van die restaurant eigenaren die je het restaurant in proberen te lokken. We lieten de dag van de culturele teleurstellingen snel achter ons en de volgende ochtend stonden we vroeg in de kou op de Weense begraafplaats, niet zomaar een begraafplaats, een complete stad leek het wel, waar zelfs bussen en auto’s rondreden. Niet meteen een plek om naartoe te gaan tijdens een citytrip, maar we hadden gelezen dat Brahms, Beethoven, Strauss en de zanger Falco hier begraven lagen, erg indrukwekkend allemaal. We namen de tram weer terug naar het centrum en liepen langs het kleurige Hundertwasserhaus. Na het vroege opstaan en het koude weer was het dan eindelijk tijd voor de enige echte Sacher torte in het statige Cafe Sacher. Een lekker taartje, maar niet zo bijzonder als ik de hele week gedacht en gehoopt had. Michael hoopte vooral dat hij het woord taart nu niet meer van mij hoefde te horen. Na een wandeling langs de Donau rivier en het Prater eindigden we de dag in de trendy ‘rooftopbar’ Dachboden, waar we op twee luie stoelen genietend van bier de avond over de stad zagen vallen, wauw wat een plek! Voordat we de volgende dag weer naar het vliegveld gingen, liepen we ’s ochtends nog langs alle kleurige graffiti langs het Donaukanaal.
Nog een laatste blik op de Stephansdom en we verlieten de stad, een stad die veel leuker en vooral moderner was dan we van tevoren gedacht hadden en waar we vast nog een keer terug zullen komen, maar dan waarschijnlijk in de zomer.