vrijdag 30 september 2016

Metal, Schoemrakkers en Juttersbitter

Het weekend na het Hoge Veluwe fietsen was het tijd voor alweer het laatste muziekfestival van het seizoen, Baroeg Open Air in Rotterdam, ook wel bekend als het hardste gratis festival, dat beloofde wat! Dus op zaterdagochtend 10 september reden we richting het westen. Ook al was het inmiddels herfst, het weer trok zich hier in ieder geval niets van aan en de airco loeide op de hoogste stand. Even dachten we dat de drukte op de ring van Rotterdam te maken had met het festival, maar al snel kwamen we erachter dat dit kwam omdat een aantal afritten waren afgesloten in verband met werkzaamheden. Na een detour over de Van Brienenoord brug, kwamen we aan in de parkeergarage aan de rand van de stad. Van daaruit namen we de metro naar het Zuiderpark. We hoefden ons niet af te vragen of we in de juiste metro zaten, gewoon de stereotype langharige, zwartgeklede metalmeute volgen. Op het festivalterrein hadden we Sander al snel gevonden en we werden met z’n allen verwelkomd door de death metal deunen van de band Bodyfarm uit Amersfoort, wat een binnenkomer zeg. Na dit eerste optreden zochten we een plekje op het gras en genoten van het zonnige weer en het mensenkijken. De vreemdste en interessantste kleding creaties liepen voorbij en de sfeer was heel gemoedelijk. Ineens spotten we ook Karen en Edwin tussen de bezoekers en de anderen van de groep schoven ook al snel aan, een gezellig weerzien. Terwijl de vrouwen nog aan het bijpraten waren, stonden de mannen van de groep bij het volgende optreden: Angel Witch. Toen ik uiteindelijk besloot om toch ook nog even een kijkje in de tent te nemen, speelde de band al hun laatste nummer en was het publiek al uit geheadbangd. We keerden terug naar de zon en het kleedje en aan het begin van de avond gingen we via de drum ’n bass van Counterstrike naar het optreden van Discharge, een mooie harde afsluiter zowel qua geluid als snelheid waarop de nummers achterelkaar gespeeld werden, de zanger rende al schreeuwend, zingend, van de ene kant van het podium naar de andere en na veertig minuten was het voor Michael helemaal duidelijk, de zanger was ‘a very angry man’. Moe maar voldaan reden we ’s avonds weer terug naar Friesland. Toen we de volgende ochtend in de sportschool op de crosstrainer stonden was dat wel even een omschakeling met de dag ervoor. We gingen van Bodyfarm naar het farmbezoek van ‘the incredible doctor Pol’ (een reality serie op National Geographic) die op de tv te zien was tijdens het sporten. Nog nooit had ik van deze Drentse dierenarts in Amerika gehoord en nu was hij ineens overal, zelfs op 17 september bij de manage in Drachten. Gelukkig gingen we toen op verjaardagsvisite bij mijn broer, waar we gezellig tot in de late uurtjes feestten!
De voordelen van niet werken zijn dat je dagen de tijd hebt om bij te slapen én dat je spontaan op een woensdagmiddag samen met je moeder aan een 10 kilometer wandeltocht mee kan doen. Omdat het nog steeds mooi weer was, fietsten we bij wijze van warming-up naar het startpunt bij De Veenhoop. Er waren behoorlijk wat deelnemers, maar die verspreidden zich al snel over de paden. De route ging door weilanden, over veeroosters, door hekjes en natuurgebieden waar we naast vogels ook vreemde vogels zagen, een paar gepensioneerde wildplassers, die werden opgeschrikt door de sliert wandelaars. Aan het eind van de route dronken we een kop koffie op het terras van ‘It Polderhûs’ en voor de cooling-down fietsten we via een andere route weer terug naar Drachten. De rest van de week zaten we ook niet stil, we gingen nog even een paar keer naar de sportschool en op zaterdagochtend renden we in en om Drachten, daarna waren we wel toe aan een weekendje relaxen. Afgelopen zondagochtend reden we dus in alle vroegte naar Harlingen om de boot naar Terschelling te nemen. Voor Michaels gevoel iets té vroeg, niet omdat hij niet van vroeg opstaan houdt, maar meer omdat ik altijd, heel Nederlands, overal op tijd wil zijn, wat er meestal op neerkomt dat we als eersten op de plaats van bestemming aankomen...ook nu had hij natuurlijk weer gelijk! Maar het goede nieuws was dat we nu vanaf de parkeerplaats niet de pendelbus hoefden te nemen, maar alle tijd hadden om rustig naar de boot te wandelen. We hadden een kaartje voor de ‘langzame’ boot, maar we kwamen toch eerder in West-Terschelling aan dan verwacht, waarschijnlijk hadden we zee mee.We liepen langs de haven naar het hostel, maar we waren te vroeg om in te checken. We besloten de bagage achter te laten en alvast een fiets te huren en te genieten van het eiland. Ik vond het een gek idee om weer terug te zijn op het eiland waar ik negentien jaar geleden een aantal maanden had gewerkt. In de tussentijd was er natuurlijk wel het één en ander veranderd, maar de dorpjes waar we langs fietsten niet; we fietsten langs Halfweg, Hee, Kaard, Baaiduinen, Midsland, Landerum naar Formerum, waar nu zelfs een Jumbo supermarkt zit die ook op zondag geopend is. Daar haalden we alles voor een picknick en fietsten via het bungalowpark waar ik gewerkt had naar Oosterend, het laatste dorp van het eiland. We dronken een biertje op het terras van eetcafé De Boschplaat en tot mijn verbazing stonden zelfs de oude bordspelen daar nog steeds op de boekenplank in het café, leuk! We lunchten in de duinen en besloten daarna nog even door te fietsen naar het strand bij het Heartbreak Hotel. Heerlijk op zo’n zomerse dag en zo in het naseizoen was er haast niemand op het strand. Aan het eind van de middag fietsten we weer terug naar het hostel en we waren blij dat we een mountainbike met veel versnellingen gehuurd hadden, want in de tussentijd was de wind gedraaid en moesten we de hele terugweg tegen de wind in rijden. Poeh, we dachten dat we een weekendje fitnessvrij waren, maar dat viel vies tegen. Maar elke keer als we toeristen op een elektrische fiets inhaalden, gaf dat wel weer een kick om door te gaan. Fitgefietst kwamen we bij het hostel aan, maar dit keer waren we te laat om in te checken, de receptie was alweer dicht! Gelukkig konden we bij de bar van het hostel terecht voor de keycard en eindelijk stonden we dan in onze kamer. De kamer was behoorlijk spartaans ingericht, maar was schoon en had alles wat we nodig hadden, zelfs bedlampjes die me deden denken aan zo’n lamp boven een tandartsstoel! De volgende ochtend ontbeten we in de ontbijtzaal van het hostel met een geweldig uitzicht op de duinen en de zee. Een powerontbijt voor een nieuwe dag fietsen, dit keer door de duinen naar West aan Zee. Na een tijdje daar op het strand te hebben gezeten fietsten we verder naar Midsland aan Zee en belandden we uiteindelijk op een terrasje in het gezellige centrum van Midsland.
Via de dijk langs de Waddenzee fietsten we weer terug naar West-Terschelling. ’s Avonds aten we bij restaurant het Raadhuis, een mooi gerenoveerd oud pand van het voormalige raadhuis met een heerlijk menu en juttersbitter likeur als ‘after dinner’, een soort variant op de zoete Malaga wijn, not bad! Het licht van de vuurtoren begeleidde ons terug naar het hostel waar we nog even naar de hostelbar gingen. De barkeepster was blij dat er eindelijk mensen in de bar zaten en tapte graag een biertje voor ons. In het kader van het lokale producten proefavondje namen we een Schoemrakker, een lekker afzakkertje! Ondertussen vertelde de barkeepster dat het naseizoen ook wel weer zijn charme had, minder druk en de eilanders konden haast niet wachten totdat ze weer met hun auto’s het strand op mochten...De volgende ochtend hadden we nog één keer ontbijt met uitzicht op zee en daarna checkten we uit. We liepen door de gezellige straatjes van West-Terschelling en rond het middaguur zaten we met het laatste restje toeristen op de boot, het eiland was weer voor de eilanders.

maandag 5 september 2016

Four fines and a ferry?

Tussen het schilderen door genoten we van de Engelse zomer, overdag klussen en ´s avonds relaxen met een biertje in de tuin, het was tenslotte meer dan 25 graden. De verf droogde snel en zo hadden we mooi even de tijd om op visite te gaan bij onze bevriende kapper die was verhuisd naar een appartement in het idyllische dorp Woodgreen, niet ver van Fordingbridge.
Tijdens het koffiedrinken zagen we veel toeristen voorbij wandelen, maar tot mijn verbazing ook een hele stoet ezels, de dieren, die op weg waren naar de pub! Met zulke taferelen weet je zeker dat je, je in The New Forest bevindt! Na een gezellige ochtend liepen we met een nieuwe coupe naar buiten en gluurden nog even bij het dorpshuis naar binnen. De muren waren namelijk beschilderd met dorpse taferelen uit de jaren dertig. We werden door een dorpsbewoner ´betrapt´ en hij wilde deze ´toeristen’ maar wát graag de binnenkant van het gebouw laten zien; dus haalde hij de sleutel op en even later stonden we binnen. Heel bijzonder, want ook de grootvader van een kennis van onze vriend stond op één van de muren afgebeeld. Maar het meest bijzonder was nog, dat Michael vroeger naar feestjes in dit pand was geweest, maar dat de muurschilderingen hem nog nooit waren opgevallen. Laten we het er maar op houden dat, dat kwam omdat deze feestjes ’s avonds plaatsvonden. Na anderhalve week was het schilderen klaar en zetten we de laatste dingen weer op hun plek voordat we op 24 augustus om twee uur ’s ochtends in de auto stapten om naar Dover te rijden. Ondanks dat we de hele dag en uren voor vertrek nog niet hadden geslapen vonden we het heerlijk om ’s nachts te reizen, want dan is het overal zo lekker rustig. We kwamen er al snel achter dat dan ook de meeste wegwerkzaamheden plaatsvinden...De matrixborden boven de M3 snelweg ‘flashten’ ineens het bericht dat de snelweg tussen afslag 5 en 3 was afgesloten. Gek genoeg heb ik op dit soort momenten altijd de neiging om de berichten niet te geloven: “misschien zijn ze het net aan het voorbereiden en is er nog een rijbaan open”, “misschien is het een afschrikmethode om files te voorkomen”, “misschien is het”...gewoon écht zo! De omleidingsborden stuurden ons naar een b-weg zodat we door schemerige dorpen reden en het gevoel hadden dat we steeds verder van onze route raakten en dat we de boot nu wel zouden missen. Met meer dan een half uur vertraging konden we uiteindelijk de snelweg weer op en Michael probeerde de verloren tijd in te halen. We zagen minstens vier keer flitsen in de lucht en waren er niet helemaal zeker van of dit nu kwam door vrachtwagen lichten, bliksemflitsen of flitspalen, maar één ding was wel zeker, we waren een kwartier voor vertrek in Dover. Na nog een grondige douane controle belandden we uiteindelijk op de boot en twee uur later reden we met een prachtige zonsopgang in Duinkerken van de boot af. Dunkirk by day! Dat hadden we eigenlijk nog nooit gezien, meestal reden we hier middenin de nacht, maar in dit geval had dat geen zin, omdat we onderweg waren naar Rotterdam waar we een hotelkamer gereserveerd hadden waar we toch niet voor 14:00 uur ’s middags konden inchecken. De reis ging goed, totdat we bij Antwerpen in een lange file belandden, waardoor we een uur later dan gedacht bij de P+R in Rotterdam aankwamen. We namen de metro naar het hotel en werden daar persoonlijk begroet door één van de managers. Met onze slaperige hoofden dachten we: “goh wat een vriendelijk welkom”, maar al snel begrepen we dat dit met een reden was...onze kamer was dubbel geboekt en het hotel was vol, maar geen probleem ze hadden voor ons een kamer gereserveerd in een ander hotel...slechts een kilometer verderop...ach whatever, na dertig uur zonder slaap, met alleen maar een powernap op de boot, stonden we de manager als zombies aan te gapen. Voordat we in de lobby in slaap zouden vallen regelde de manager snel een taxi om ons naar het Bilderberg Park hotel te brengen waar we een “executive room” op de negende verdieping kregen, niet verkeerd, wat een uitzicht, zelfs op ons oude appartement! Net zoals tijdens de zomers in ons oude appartement, was de temperatuur op de hotelkamer ook boven de vijfendertig graden, maar helaas konden de ramen niet open en bleek de airco kapot. Toen de monteur die gestuurd was zei dat het niet normaal was om in zo’n sauna te overnachten, gingen we terug naar de receptie. Nadat er gezegd was dat het hotel vol zat en we niet naar een andere kamer konden verhuizen, bleek het na tien minuten toch wel te kunnen. We gingen naar een andere verdieping en kwamen bij de deur van onze nieuwe kamer oog in oog te staan met een andere hotelgast...hm kamer bezet. We gingen weer terug naar de receptie en daar bleek dat de receptioniste het kamernummer verkeerd had opgeschreven, een paar minuten later kwamen we dan eindelijk aan in onze nieuwe kamer met uitzicht op een parkeerplaats, maar wel met werkende airco! Door al het gedoe was onze hele middag siësta verkort tot een uurtje, want ’s avonds gingen we eten bij Rotown en naar een concert van de band Sunflower Bean, een New Yorkse band met een gitarist die me deed denken aan de hoofdrolspeler van de film The Wedding Singer, maar die nog meer rockten dan ik verwacht had. Na het coole optreden dronken we nog een paar slaapmutsjes op het terras en liepen daarna voor een welverdiende nachtrust terug naar het hotel. De volgende ochtend konden we niet uitslapen, want we gingen letterlijk nuchter voor Michaels halfjaarlijkse APK naar het ziekenhuis. De dag verliep meteen al beter dan de vorige, we konden meteen doorlopen naar de radiologie afdeling en vervolgens werd Michael al opgewacht door de verpleging voor de volgende check, tot ergernis van een aantal patiënten die al lange tijd in de wachtkamer zaten. Deel één van de controle was klaar, we konden even gaan ontbijten en een rondje door het centrum van Rotterdam lopen. Aan het begin van de middag waren we weer terug in het ziekenhuis voor deel twee van de controle: de afspraak bij de specialist. Alle uitslagen waren goed en opgelucht konden we het ziekenhuis weer verlaten om er pas over een half jaar weer terug te komen. We checkten uit bij het hotel en reden naar Friesland. Ook al waren we maar kort weggeweest, door alle belevenissen leek het veel langer. Het was fijn om weer terug te zijn op vlak terrein en we vierden de goede resultaten met een fietstocht naar en een verjaardag in Donkerbroek. We hadden de fietssmaak te pakken want in eerste weekend van september zaten we op de witte fietsen van Nationaal Park de Hoge Veluwe.
We waren er al vroeg naartoe gereden om de nazomer toeristen te ontwijken. Dat plan mislukte al snel, want hoewel we de eersten op de parkeerplaats waren, parkeerde er al snel een auto pal naast ons en toen we op de fiets naar het Kröller Muller museum zaten werden we door drie touringcars ingehaald. Het museum was groot genoeg voor iedereen en we konden ongestoord de Van Gogh collectie en alle andere meesters bewonderen. Daarna wandelden we nog door de beeldentuin en ’s middags fietsten we door de prachtige bossen en over de heidevlakten van het park. Het leek haast wel op The New Forest met als enige verschil dat je er daar niet voor hoeft te betalen.