Net
zoals vorig jaar, begon januari ook dit jaar met temperaturen onder nul. Ideaal
voor een griepepidemie, helaas niet zo tof voor Michael. Zo ging ik 7 januari
alleen mee met Corrine en haar buurvrouw naar het concert van de band Saybia in
Leeuwarden. Een voor mij onbekende band, maar Corrine had een kaartje over en
ik liet mij graag verrassen! We reden in de dichte mist naar Leeuwarden en toen
we aankwamen waren de deuren van de zaal net open. Zo hadden we mooi de tijd om
een goed plaatsje uit te zoeken. De zaal liep al snel vol met een heel
gevarieerd publiek, van verdwaalde goths, hipsters, ouderen, totaan knuffelende
stelletjes en tot mijn verbazing vriendin Anke, die ook via een Saybia fan bij
het concert terecht was gekomen. Zodra de band begon te spelen deinde iedereen
mee op de ´coldplay-achtige’ muziek. De band had er zin in en de zanger met
zijn droge humor had een leuke interactie met het publiek en ook een goede
middelvinger...naar een concertganger die onnozele oerkreten slaakte terwijl de
zanger net een serieus praatje hield. Na twintig minuten werd er ineens
gestopt, pauze, dat had ik nog nooit meegemaakt tijdens een concert, maar zo
kon ik wel gezellig bijpraten met Anke. Na de pauze was het Friese publiek
ontdooid en als je naar een band gaat die je niet zo goed kent, weet je het
meteen wanneer de hits gespeeld worden, er werd volop meegezongen. Het was een
leuke verrassende avond en op het podium klonk de band veel beter dan op
youtube.
Toen het weer wat beter ging met Michael, gingen we naar de film in
Groningen. We hadden de keuze uit de films La La Land en Assassin´s Creed, maar
omdat ik niet zo weg ben van musicalfilms eindigden we met 3D brillen op bij de
actiefilm Assassin´s Creed, die gebaseerd is op een computerspel en waarin de
hoofdrolspeler via moderne techniek in de huid kan kruipen van voorvader
Aguilar tijdens de vijftiende eeuw in Spanje. Van de vijftiende eeuw ging ik
een paar dagen later samen met mijn moeder naar de negentiende eeuwse werken
van succesvol schilder Alma Tadema in het Fries Museum in Leeuwarden. Lourens
Alma Tadema was een Nederlands-Brits kunstschilder die al op op zestienjarige
leeftijd een zelfportret schilderde. We waren al vroeg in het museum, want we
hadden gehoord dat het een drukbezochte tentoonstelling was en dat merkten we,
het was min of meer schuifelen langs de schilderijen en ondertussen luisterden
we naar de audiotour. Alma Tadema en zijn eerste vrouw gingen op huwelijksreis
naar Italië. Hij had daar meer oog voor het leven uit het oude Rome dan voor
zijn vrouw. Uren lang kon hij taferelen observeren die hij later in zijn
schilderijen verwerkte. Na de dood van zijn eerste vrouw verhuisde hij naar
Londen waar hij zijn tweede vrouw, Laura leerde kennen. Tot ongenoegen van zijn
opdrachtgever was “Lawrence” meer bezig met de inrichting van zijn nieuwe huis
dan met schilderen en er werden behoorlijk wat parties gehouden met mede
kunstenaars. We eindigden met het kleurige, bloemrijke schilderij “de rozen van
Heliogabalus”. Toen we naar buiten liepen waren we blij dat we zo vroeg waren,
want inmiddels stond er een enorm lange rij voor de ingang. We lunchten bij Het
Broodhuys en na een rondje door het centrum gingen we weer terug naar Drachten.
De dag voordat we weer naar Engeland vertrokken gingen Michael en ik nog een
keer naar Groningen, het was buiten min zes en guur dus een perfecte dag om
naar het Groninger museum te gaan naar de tentoonstelling “Rodin, Genius at
Work”, de bekende Franse beeldhouwer van het impressionisme uit de negentiende
eeuw. De tentoonstelling was erg leuk opgezet met natuurlijk bekende beelden
zoals: De Denker en De Kus, maar ook een video uitleg over het maakproces van
de beelden.
Na de tentoonstelling dronken we een kop koffie in het museum café.
Terwijl ik naar de garderobe was om de jassen te halen werd Michael
aangesproken door een bezoekster die eerst dacht dat hij Amerikaans was en,
toen duidelijk werd dat hij Brits was, meteen een heel fel gesprek over de
Brexit wilde beginnen, maar “saved by the coat” en een paar Nederlandse zinnen,
liet hij haar ietwat verbaasd achter. Wij deden het tegenovergestelde van
Brexit, want de volgende avond zaten we weer op de boot naar Engeland. Dit keer
waren er maar vijf auto’s op de boot en dus genoeg plek voor een rustige
powernap, heerlijk. Toen we in Dover aankwamen hadden we meteen te maken met
een wegomleiding, maar dat was nog niks vergeleken met wat ons nog te wachten
stond. Even later bleek namelijk dat de M3 snelweg die ons in de zomer ook al
eens problemen had gegeven, opnieuw afgesloten was, dus dachten we: dan nemen
we het alternatief, de A3 richting Portsmouth, maar na een paar kilometer op
deze snelweg te hebben gereden was deze ook gedeeltelijk afgesloten, dat is nog
eens een goede planning! Via wat kruipdoor sluipdoor wegen kwamen we uiteindelijk
weer op de route en kwamen uiteindelijk maar een half uur later in
Fordingbridge aan, not bad. Na een dag bijkomen van de ‘jetlag’ stond ik
vrijdagochtend bij de sportclub van Downton voor een sessie met de
hardloopclub. Net op het moment dat ik bedacht dat ik mijn hardloophandschoenen
was vergeten, hoorde ik dat we in de grote sporthal gingen trainen vanwege de
kou, lucky! althans dat dacht ik, in een hal kun je blijkbaar ook behoorlijk
wat kilometers maken...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten